Rookgastemperatuur Hoog vuur ΔT
Rookgastemperatuur Lage brand ΔT
Massadebiet rookgassen Hoog vuur G20
Massadebiet rookgassen Hoog vuur G25
Massadebiet rookgassen Hoog vuur G25.3
Rookgasdruk bij maximale rookgasweerstand
Table 2 Rookgaseigenschappen
Type B apparaten
Als het toestel wordt geïnstalleerd als een type
B-toestel, moet de verbrandingslucht worden
gehaald uit de ruimte waar het toestel is
geïnstalleerd.
Enkelwandige naadloze aluminium of
roestvrij stalen rookkanalen zijn vereist. Alle
verbindingen moeten worden afgedicht om te
voorkomen dat verbrandingsproducten in het
gebouw lekken. Als het rookkanaal door een
brandbaar element van het gebouw loopt, moet
het worden omsloten door een omhulsel van
onbrandbaar materiaal en van het omhulsel
worden gescheiden door een luchtonderbreking
van minimaal 25 mm. De temperatuur van
brandbaar materiaal in de buurt van de
schoorsteen mag 65°C niet overschrijden
wanneer het verwarmingstoestel in werking is.
Het rookkanaal moet zich op minstens 150 mm
afstand van brandbaar materiaal bevinden.
Enkelwandige rookkanalen die aan koude lucht
blootgesteld worden of door onverwarmde
ruimtes lopen, moeten geïsoleerd worden.
Wanneer condensatie onvermijdelijk is, moet
ervoor worden gezorgd dat het condenswater
vrij kan wegvloeien naar een punt waar het kan
worden afgevoerd, d.w.z. een afvoer of goot.
De condensafvoer van de schoorsteen moet
zijn vervaardigd uit niet-corrosief materiaal met
een diameter van ten minste 20 mm. Koper of
op koper gebaseerde legeringen mogen niet
worden gebruikt voor condensafvoer.
°C
172.5
°C
33.6
kg/h
24.45
kg/h
29.39
kg/h
25.47
Pa
Reznor, PREEVA Neos, Installatie Handleiding, NL 2022-03, D301317 Iss 2
159.5
159.5
32.7
40.4
33.98
43.79
30.92
47.16
33.70
41.57
7
15
15
Voor het testen moet het rookkanaal een
verzegelbare testopening hebben. Deze
moet minstens 450 mm verwijderd zijn van
de aansluiting op het rookkanaal van de
luchtverhitter.
Volg de installatie-instructies van de fabrikant
van het rookkanaal voor het maken van
verbindingen, inclusief verbindingen met de
luchtverwarmer, voor het doorvoeren door een
bouwelement en voor ondersteuningsvereisten.
Het is belangrijk dat er te allen tijde voldoende
luchttoevoer is voor zowel verbranding als
verwarming.
In moderne gebouwen wordt meer gebruik
gemaakt van isolatie, verbeterde dampschermen
en weerbestendige materialen. Deze praktijken
houden in dat gebouwen veel beter zijn
afgedicht dan in het verleden.
Een goede toevoer van verbrandingslucht
voor een installatie van het type B met
vermogenontluchting vereist ventilatie van de
verwarmde ruimte. Natuurlijke infiltratie van
lucht kan niet voldoende zijn. Het gebruik van
afzuigventilatoren verergert deze situatie. Het
is belangrijk dat er te allen tijde voldoende
verbrandingslucht wordt toegevoerd.
Vertrouwen op deuren en ramen is niet
toegestaan
Zorg ervoor dat de
luchtverbrandingsinlaatopening aan de
achterkant van het toestel niet geblokkeerd kan
worden.
161.7
174.9
146.7
44.3
45.3
38.4
48.09
59.36
90.55
46.65
71.25
109.18
49.28
66.77
98.99
13
14
32
Page No 17 of 52
I