NL
Voorbereiden
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht.
Het apparaat moet rechtop staan.
Bij vullen uit een waterleiding mag de leiding of een slang niet in het reservoir steken.
1. Trek de rode zuigermanometer [16] zolang omhoog tot alle druk uit het reservoir is ver-
dwenen.(afb. 5)
2. Druk de pomphandgreep [13] naar onderen en draai deze tegen de wijzers van de klok in.
► De pomphandgreep is vergrendeld. (afb. 6).
3. Schroef de pomp [2] uit het reservoir. (afb. 7).
+
Advies voor het mengen van de sproeivloeistof in het apparaat of het voormengen in
een extern reservoir: vul het reservoir tot 1/3 met water, voeg dan het sproeimiddel
toe en vul de rest met water.
4. Vul de sproeivloeistof in het reservoir [1]. (afb. 8).
5. Controleer de vulhoogte met de schaalverdeling [35] op het reservoir. (afb. 8).
6. Schroef de pomp [2] in het reservoir. (afb. 9).
7. Druk de zuigerstang met de handgreep [13] omlaag en draai deze met de richting van
de wijzers van de klok mee.
► De zuigerstang met greep is ontgrendeld. (afb. 10).
8. Pomp het reservoir op tot de gewenste druk (→ tabel 2) (afb. 11).
+
De max. druk mag niet hoger zijn dan 3 bar (rode streep op de zuigermanometer,
afb. 11). Indien de maximale druk wordt overschreden, wordt het veiligheidsventiel
geactiveerd. Dit zorgt ervoor dat de overdruk verdwijnt.
9. Druk de zuigerstang met de handgreep [13] omlaag en draai deze tegen de richting van
de wijzers van de klok. (afb. 6).
► De zuigerstang met greep is vergrendeld.
Sproeien
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht. Gebruik het apparaat
alleen rechtop staand of hangend. Voorkom wegdrijven van sproeidruppeltjes naar
niet te behandelen oppervlakken. Neem de voorschriften van de fabrikant van de
middelen in acht.
1. Hang het apparaat over uw schouder. (afb. 13).
Om nadruppelen te voorkomen moet u de sproeilans tijdens het eerste
sproeien naar boven houden en de knijpkraan net zolang bedienen tot er
geen met lucht vermengde vloeistof meer uit de sproeier komt.
2. Ontgrendel eventueel de blokkering [40] en bedien het uitzetventiel [9]. (afb. 14).
► Het sproeien begint.
3. Let op de optimale sproeidruk (→ tabel 2) op de manometer [16] (afb. 11).
Sproeidruk
1,5 bar
2,0 bar
3,0 bar
Tabel 2. Afhankelijkheid: sproeihoeveelheid – sproeidruk
4. Als de sproeidruk meer dan 0,5 bar ten opzichte van de optimale druk daalt, moet u
opnieuw pompen.
+
Wanneer er met lucht vermengde vloeistof uit de sproeier komt, is het reservoir leeg.
Sproeihoeveelheid bij vlakstraalsproeier (eerste uitrusting)
30
NEDERLANDS
0,49 l/min
0,56 l/min
0,69 l/min