Onderhoud
Richtlijnen voor problemen oplossen
Diagnose
Draait de motor rond?
JA
Goede compressie?
JA
Bevat de tank verse brandstof van de
juiste soort?
JA
Is er brandstof in de retourleiding aan-
wezig en beweegt deze tijdens het pom-
pen?
JA
Is er een vonk bij de aansluiting van de
bougiekabel?
JA
Controleer de bougie.
De motor start niet
Oorzaak
Defecte trekstarter.
NEE
Vloeistof in de krukkast.
Inwendige schade.
Losse bougie.
Overmatige slijtage van cili-
NEE
nder, zuiger, zuigerveren.
Kleppen sluiten niet volledig.
Brandstof onjuist, oud of ve-
rontreinigd; mengsel onjuist.
NEE
Controleer op verstopping van
brandstoffilter en/of ontlucht-
NEE
ing.
Opvoerpomp werkt niet goed.
De ontstekingsschakelaar
staat in de stand Stop.
NEE
Massasluiting ontsteking.
Defecte ontstekingseenheid.
Als de bougie nat is, kan zich te
veel brandstof in de cilinder
bevinden.
De bougie is vervuild of heeft
een onjuiste elektrodenaf-
stand.
NEE
De bougie is inwendig bescha-
digd of van het verkeerde type.
24
Oplossing
Raadpleeg uw dealer
Vastzetten en opnieuw controler-
en.
Raadpleeg uw dealer
Verversen door verse, schone
ongelode benzine met een oc-
taangetal van 89 of hoger, ge-
mengd met mengolie voor
luchtgekoelde tweetaktmotoren
die minstens voldoet aan ISO-L-
EGD en/of JASO FC, FD-geclassi-
ficeerde oliën met een verhouding
van 50:1 benzine/olie.
Vervang brandstoffilter of ontlucht-
ing indien nodig. Start opnieuw.
Raadpleeg uw dealer
In de Start-stand zetten.
Raadpleeg uw dealer
Laat de motor draaien met verwi-
jderde bougie, monteer de bougie
weer en start opnieuw.
Reinig de bougie en stel de ele-
ktrodenafstand opnieuw in op 0,6
mm. Start opnieuw.
Vervang de bougie door een NGK
CMR5H of een gelijkwaardig type
weerstandbougie van de juiste
warmtegraad. Stel de elektrode-
nafstand van de bougie in op 0,6
mm.