Bedieningshandleiding
Positieschakelaar.
3.4 Bediening van de positieschakelaars
Stoterkop
A Aanslag
Rolstoter
max. 30°
Nokkenschijf
Voorkant
Achterkant
4. Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningslo-
ze toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
De contactmarkeringen bevinden zich aan de binnenkant van de
schakelaar. Voor de kabelinvoer moeten geschikte kabelwartels met
geschikte beschermingsgraad gebruikt worden. Na de aansluiting moet
de binnenkant van de schakelaar gereinigd worden (verwijderen van
vuil, kabelresten, enz.). Bij de schakelaars met kunststof behuizing van
de serie 236/256 zijn de veiligheidsschakelaars dubbel geïsoleerd. Het
gebruik van een aardleiding is daarom niet toegelaten.
4
A
De modellen met stekkeraansluiting mogen in overeenstem-
ming met IEC 60204-1 alleen in PELV stroomkringen gebruikt
worden.
Z/T 236: het deksel openen
4.2 Contactvarianten
De contacten worden getoond in onbediende toestand.
13
14
11
21
22
21
Z/T 235-11Z
Z/T 235-02Z
Z/T 236-11Z
Z/T 236-02Z
Z/T 255-11Z
Z/T 255-02Z
Z/T 256-11Z
Z/T 256-02Z
Positieschakelaars met twee NO contacten (-20) zijn niet
geschikt voor veiligheidsfuncties.
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
2. Controle van de gemakkelijke toegankelijkheid van de bediensleutel
in de schakelaar
3. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
5.2 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
1. Controle van de gemakkelijke toegankelijkheid van de bediensleutel
in de schakelaar
2. Verwijdering van stof en vuil
3. Controle van de kabelinvoer en de -aansluitingen
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk ver-
vangen worden.
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
6.2 Afvalverwijdering
De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
Z/T 235/236
Z/T 255/256
12
13
14
22
23
24
T 235-20Z
T 236-20Z
T 255-20Z
T 256-20Z