1. Installatieplaat aanbrengen
1.
Breng de installatieplaat
de installatieplaat aan.
2.
Als de wand is gemaakt van baksteen, beton of een vergelijkbaar materiaal, dienen acht
een diameter van 5 mm in de wand te worden geboord. Breng de verankeringsklem
treffende bevestigingsschroeven
3.
Monteer de installatieplaat
OPMERKING
90
Monteer de installatieplaat en boor gaten in de wand in overeenstemming met de wandstructuur
en de desbetreffende bevestigingspunten op de installatieplaat. (afmetingen zijn in "mm" tenzij
815
anders aangegeven).
40
Linker achterkant gat kou-
270~370
demiddelleiding Ø65
659
133
878
2. Boor een gat in de wand
1.
Bepaal de positie van de gaten aan de hand van het schema in Fig. 5. Boor één
zins schuin omlaag in de richting van de buitenzijde; dit voorkomt dat er water naar binnen dringt.
2.
Maak altijd gebruik van een boorgeleider bij het boren in metalen roosters, metalen platen of verge-
lijkbare materialen.
3. Installatie van aansluitleiding en waterafvoer
1.
Laat de afvoerslang altijd helemaal schuin naar beneden lopen. Plaats de afvoerslang niet zoals
getoond in de onderstaande afbeelding.
1
72
All manuals and user guides at all-guides.com
horizontaal op structurele delen van de wand aan en houd een ruimte rond
aan.
op de wand met acht
70
Indoor unit outline
Ruim 12 cm van
de muur
A:780 (< 4,6 kW model)
Binnen
schroeven van het type "A"
70
750
Minimaal 150 mm tot plafond
Installatieplaat
920
50
920 (4,6 kW ≤ model < 6,1 kW)
Wand
Buiten
≥5°
Fig. 6
gaten met
voor de desbe-
.
Ruim 12 cm van
de muur
Rechter achterkant
gat koudemiddel-
leiding Ø65
gat (65mm) enigs-