Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inleiding - Toro Greensmaster 3000 Series Installatie-Instructies

Dpa kooimaaier/groomer (rechts)
Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster 3000 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing

Inleiding

Groomen wordt bovengronds uitgevoerd in de graslaag.
Groomen stimuleert verticale groei van gras, vermindert
vleugvorming en snijdt uitlopers door, waardoor een dichtere
grasmat ontstaat. Groomen zorgt voor een uniformere en
dichter begroeid speeloppervlak, zodat de golfbal sneller en
nauwkeuriger beweegt.
Verticuteren is een wat agressievere cultiveringstechniek voor
het verwijderen van gazonvilt door dóór de graslaag en in de
viltlaag te snijden. Groomen mag niet als vervanging voor
verticuteren worden beschouwd. Verticuteren is normaal
gesproken een rigoreuzere en periodieke behandeling die het
speeloppervlak tijdelijk kan beschadigen, terwijl groomen
een routinematige en zachtaardigere behandeling is die is
ontworpen voor het verzorgen van de grasmat.
Figuur 19
1. Uitlopers (stolonen)
Groomerborstels zijn een recente ontwikkeling en zijn
ontworpen om, wanneer ze zijn ingesteld om de graslaag licht
te raken, minder schadelijk te zijn dan traditionele messen.
Borstelen is beter voor de ultra-dwergvariëteiten, omdat deze
grassoorten een enigszins verticaler groeipatroon hebben
en minder goed voor een dichte begroeiing zorgen dan bij
horizontale groei. Borstels kunnen het bladweefsel echter
beschadigen als deze zo zijn ingesteld dat ze te diep door de
graslaag dringen.
Groomen lijkt op verticuteren doordat hierbij uitlopers
worden doorgesneden. Anders dan bij verticuteren of
ontvilten mogen de messen van de groomer nooit de
grond binnendringen. De messen van de groomer zijn
dichter bij elkaar geplaatst en worden vaker gebruikt dan
verticuteermessen zodat zij effectiever zijn bij het doorsnijden
van uitlopers en het verwijderen van gazonvilt.
Aangezien groomen het bladweefsel enigszins beschadigd,
moet het tijdens stressvolle periodes worden vermeden.
Speciale grassoorten voor koele seizoenen, zoals fioringras en
blauwgras, mogen niet worden behandeld gedurende periodes
met hoge temperaturen (en hoge luchtvochtigheid) in hartje
zomer.
Het is moeilijk specifieke aanbevelingen over het gebruik
van de messenkooi van de groomer te doen, omdat de
behandelresultaten afhankelijk zijn van zo veel verschillende
factoren, waaronder:
2. Gazonvilt
De tijd van het jaar (d.w.z. het groeiseizoen) en het
weerpatroon
De algemene conditie van elke green
De frequentie van het groomen/maaien - zowel het aantal
maaibeurten per week en het aantal werkgangen per
maaibeurt
De maaihoogte-instelling van de belangrijkste messenkooi
De hoogte/diepte-instelling van de messenkooi van de
groomer
Hoe lang de messenkooi van de groomer in gebruik is
geweest op deze green
Het soort gras op de green
Het algemene onderhoudsprogramma van de greens
(d.w.z. beregening, bemesting, spuiten, beluchting,
overzaaien, etc.)
Betreding
Stressvolle periodes (d.w.z. hoge temperaturen, hoge
luchtvochtigheid, ongebruikelijk intensieve betreding van
de grasmat)
Deze factoren kunnen per golfbaan en per green verschillen.
Het is daarom belangrijk de greens regelmatig te inspecteren
en de groominggebruiken in overeenstemming met de
behoefte te variëren.
De groomer is in de fabriek afgesteld op een mesafstand van
13 mm. Met deze instelling kunt u iets dieper groomen om
uitlopers door te snijden zonder de grasmat overmatig uit te
dunnen. Door afstandsstukken te verwijderen en messen toe
te voegen of door afstandsstukken toe te voegen en messen te
verwijderen kan de afstand van de groomer worden aangepast
van 6 mm tot 19 mm.
Groomen met een mesafstand van 6 mm wordt aanbevolen
voor periodes met snelle groei (van de lente tot de vroege
zomer), voornamelijk om de toplaag uit te dunnen. Groomen
met een mesafstand van 19 mm wordt aanbevolen voor
periodes met langzame groei (van de late zomer tot de herfst
en winter). Tijdens stressvolle periodes kan het beter zijn om
de groomer niet te gebruiken.
Opmerking: Bij het groomen met een mesafstand van
6 mm wordt er normaal meer gras en vilt verwijderd en
worden er meer uitlopers doorgesneden dan bij het groomen
met een mesafstand van 13 mm of 19 mm. Als u gaat
groomen met een mesafstand van 6 mm is een- of tweemaal
groomen per week waarschijnlijk voldoende, behalve tijdens
periodes met maximale groei.
Opmerking: Bij gebruik van een groomer dient de
gewoonte om de maairichting te veranderen telkens als de
green wordt gemaaid, te worden voortgezet. Hierdoor zal het
effect van het groomen worden verbeterd.
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04710

Inhoudsopgave