Bedieningshandleiding
6.2.2
Stoppen
Schakel de generatorhoofdschakelaar uit.
Druk op STOP.
Zet de bedrijfsmode d.m.v. de drukknoppen Mode en Mode in de gewenste bedrijfsmode.
Het aggregaat stopt na afloop van de afkoeltijd. Wil men het aggregaat direct stoppen, dan moet nogmaals op
de Stop knop gedrukt worden.
6.3
Auto
In auto mode wordt het aggregaat gestart d.m.v. een extern potentiaalvrij maakcontact dat aangesloten wordt
op de klemmen X10:11 en 14. Dit commando kan bijvoorbeeld komen van een thermostaat, vlotter,
tijdschakelaar of netwachter (noodstroomaggregaat). Zie ook de elektrotechnische schema's.
Schakel het aggregaat als volgt in auto mode:
Controleer vóór het starten van een aggregaat eerst het oliepeil van de motor en het brandstofniveau in
de brandstoftank. Vul zo nodig olie en / of brandstof bij.
Sluit een start/stop contact aan op de klemmen X10:11 en 14.
Controleer dat alle zekeringautomaten in de panelen IN staan.
Zorg dat de massaschakelaar ingeschakeld staat (rechtsom gedraaid).
Schakel de generatorhoofdschakelaar in.
Zet de bedrijfsmode d.m.v. de bedrijfskeuzeschakelaar in de stand AUTO.
Het aggregaat staat nu stand-by. Als het contact tussen X10:11 en 14 gemaakt wordt zal het aggregaat
automatisch starten. Wanneer het contact weer verbroken wordt stopt het aggregaat na afloop van de
nadraaitijd.
6.4
Bediening van de noodstop
Op de besturingskast zit een noodstopknop. Met de noodstopknop kan het aggregaat in een noodsituatie
uitgeschakeld worden. Na het bedienen van de noodstopknop zal de generatorhoofdschakelaar direct
afgeschakeld worden en het aggregaat zal stilvallen. De alarmmelding "NOODSTOP" zal nu verschijnen.
Handel als volgt om het aggregaat opnieuw op te kunnen starten.
Ontgrendel de noodstopknop door hem linksom te draaien.
Schakel de generatorhoofdschakelaar in.
Reset de foutmelding met de knop Fault reset.
De alarmmelding "NOODSTOP" en "hoofdschakelaar uit" verdwijnt.
Bredenoord Aggregaten
©
21