Het apparaat voorbereiden voor gebruik
Start dit apparaat en configureer de netwerkinstellingen en andere initiële instellingen.
Volg de instructies op het scherm om het systeem met de muis en het toetsenbord te bedienen.
1.
Druk op de [Power]-knop.
Het apparaat wordt opgestart en het scherm Initiële instellingen wordt weergegeven.
2.
Selecteer de regio en taal en selecteer vervolgens [Volgende].
Nadat u de regio en taal heeft geselecteerd, moet u uitloggen en dan weer opnieuw inloggen. Volg de instructies op het
scherm voor bediening.
3.
Stel de datum en tijd in en selecteer vervolgens [Volgende].
4.
Configureer de vereiste instellingen voor uw netwerkomgeving.
Vraag de netwerkbeheerder over welke instellingen in deze stap moeten worden gespecificeerd en voer de juiste waarden
in.
5.
Als u klaar bent met de configuratie, selecteert u [Volgende (instellingen opslaan en opnieuw opstarten)].
Het apparaat wordt opnieuw opgestart en het venster Initiële instellingen wordt weergegeven.
6.
Stel zo nodig een certificaat in.
•
Als de netwerkomgeving een certificaat vereist, gebruikt u een USB-geheugen om het certificaat van uw computer te
downloaden.
7.
Selecteer de applicatie die u wilt weergeven bij het opstarten.
•
Adresboek (dit apparaat)
Geeft het adresboek weer.
Als u een adresboek selecteert, specificeer dan de URL van de pagina die getoond moet worden wanneer u op [Handmatige
invoer] drukt.
•
Mijn vergadervideo
Toont Mijn vergadervideo met gebruik van de RICOH UCS Advanced service.
Zie "Verbinding maken met de RICOH UCS Advanced service" voor meer informatie over de RICOH UCS Advanced Service.
•
Browser (Startpagina)
Geeft de gespecificeerde pagina weer in de webbrowser.
Als u Browser selecteert, specificeer dan de URL van de pagina die getoond moet worden.
•
De URL mag maximaal 256 tekens zijn.
8.
Als u klaar bent met de configuratie, selecteert u [Klaar (instellingen opslaan en opnieuw opstarten)].
Het apparaat wordt opnieuw opgestart en de Default Startup Page wordt weergegeven.
•
U kunt de apparaatinstellingen ook wijzingen via "Instellingen". Voor meer informatie, zie "De apparaatinstellingen
wijzigen".
Scherm delen voorbereiden
•
Om het stuurprogramma voor Computerscherm delen te installeren, dient dit apparaat met een netwerk te zijn verbonden.
Controleer voordat het stuurprogramma wordt geïnstalleerd of het apparaat met een bekabelde of draadloze LAN is verbonden.
•
Het stuurprogramma voor Computerscherm delen kan alleen worden geïnstalleerd met beheerdersrechten. Log op de computer
in als beheerder.
Bedrijfsomgeving
Windows:
CPU
Core 2 Duo 2.0 GHz of meer
Geheugenverzending
1 GB of meer
Harde schijf
100 MB of meer vrije ruimte
OS
Windows Vista (Service Pack 2 of later) / 7
/ 8 / 8.1/10
Resolution
800 x 600 (SVGA), 1024 x 768 (XGA),
1280 x 800 (WXGA)
64.000 kleuren of meer (aanbevolen)
Mac OS:
Computer
Macbook Pro
OS
10.9 ,10.10, 10.11
Resolution
800 x 600, 1440 x 900
5