7.9
Instellingen bij de ketelregelaar uitvoeren
OPMERKING
Installatieschade aan het verswaterstation door oververhitting.
Voorkom oververhitting van meer dan 95 °C in het bovenste deel van het
solar-buffervat (indien aanwezig).
▶ Wij adviseren om de maximale boilertemperatuur (solar) op 85 °C in
te stellen.
▶ Functie "warmwatervoorrang" instellen.
Temperatuur in het paraat gedeelte van het buffervat
De op de regelaar in te stellen temperatuur voor het parate gedeelte is af-
hankelijk van de betreffende regelstrategie van de naverwarming.
Wanneer het maximale aftapdebiet van het gebouw kleiner is dan het
maximaal mogelijke debiet van het verswaterstation kan de temperatuur
in het paraat gedeelte indien nodig verlaagd worden.
De temperatuur moet ten minste 5 K hoger zijn dan de ingestelde warm-
watertemperatuur.
Temperatuurgedrag van het verswaterstation
De volgende karakteristieken laten zien hoe ver, afhankelijk van het
maximaal optredende aftapvolume, de temperatuur in het buffervat (pa-
raat gedeelte) kan worden gereduceerd, om de gewenste warmwater-
temperatuur te bereiken.
Het maximale debiet (secundair) bedraagt 30 l/min ( technische ge-
gevens).
Voorbeeld FS/2: Om een warmwatertemperatuur van 50 °C te bereiken,
is bij het aftappen van 17 l/min een temperatuur van 60 °C in het paraat
gedeelte voldoende.
= warmwatertemperatuur
65
= temperatuur in het paraat gedeelte van het buffervat
°C
Logalux – 6721848808 (2023/10)
[°C]
80
90
85
°C
75
°C
70
80
°C
65
75
°C
60
70
°C
55
50
45
40
35
30
10
15
1
V [l/min]
Afb. 39 Temperatuurgedrag FS/2
[°C]
80
85
75
°C
70
65
60
55
50
45
40
35
30
10
15
V [l/min]
Afb. 40 Temperatuurgedrag FS20/2
In bedrijf nemen
65
°C
60
°C
55
°C
50
°C
20
25
6720809213-18.1 ST
90
°C
80
°C
75
°C
70
°C
65
°C
60
°C
55
°C
50
°C
20
25
0010012135-001
7
30
30
19