Storing
Het systeem werkt,
▪ Controleer
maar koelt of verwarmt
luchtstroomsnelheid.
onvoldoende.
"4.3.2 Luchtstroomsnelheid" op
▪ Controleer de temperatuurinstelling. Zie
"4.3.1 Het systeem starten/stoppen en
de temperatuur instellen" op
▪ Controleer
uitblaasrichting.
"4.3.3 Uitblaasrichting" op
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
de buitenunit of de binnenunit NIET
geblokkeerd
obstakels en zorg ervoor dat de lucht vrij
kan circuleren.
▪ Controleer of de luchtfilters verstopt zijn.
Reinig de luchtfilters. Zie
en service" op
▪ Controleer of er geen deuren of ramen
openstaan. Sluit alle deuren en ramen
om
binnenkomt.
▪ Controleer of de unit in Econo of de
stand geluidsarme buitenunit draait. Zie
"4.3.6 Econo en geluidsarme stand
buitenunit" op
▪ Controleer of er direct onder of naast de
binnenunit meubels staan. Verplaats de
meubels.
Het systeem werkt,
▪ De
maar verwarmt
opgewarmd om te verwarmen. Wacht
onvoldoende (er wordt
ongeveer 1 tot 4 minuten.
GEEN lucht uit de unit
▪ Als u een stromend geluid hoort, draait
geblazen).
de
ontdooistand. Wacht ongeveer 4 tot
12 minuten.
Het voorpaneel gaat
Controleer op obstakels en probeer het
NIET open.
voorpaneel met de gebruikersinterface te
openen. Zie
pagina 16.
De in-/uitschakeltimer
▪ Controleer of de weektimer en in-/
werkt NIET volgens de
uitschakeltimer op hetzelfde tijdstip zijn
instellingen.
ingesteld. Verander de instelling of
schakel
uitschakeltimer" op
"4.6 Weektimer" op
▪ Controleer of de klok en de dag van de
week
"3.3 Klok" op
Verwarmen kan NIET
Controleer of jumper J8 van de
worden geselecteerd.
gebruikersinterface NIET doorgeknipt is.
Tijdens de werking kan
De airconditioner kan slecht werken door
iets abnormaals
bliksem of radiogolven. Draai de
gebeuren.
onderbreker op OFF en weer op ON.
De unit ontvangt
▪ Controleer
GEEN signalen van de
gebruikersinterface. Zie
gebruikersinterface.
plaatsen" op
▪ Controleer
blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht.
▪ Controleer of er fluorescentielampen met
een elektronische starter in de kamer
zijn. Neem contact op met uw dealer.
(C)(F)TXA15~50A2V1B(W)(S)(T)
Daikin kamerairconditioner
3P485919-7J – 2018.06
Maatregel
de
instelling
van
pagina 7.
pagina 7.
de
instelling
van
pagina 7.
is.
Verwijder
eventuele
"6 Onderhoud
pagina 15.
te
voorkomen
dat
er
wind
pagina 9.
airconditioner
wordt
mogelijk
buitenunit
mogelijk
in
"6.4 Voorpaneel openen" op
ze
uit.
Zie
"4.5
pagina 10
pagina 11.
juist
zijn
ingesteld.
pagina 5.
J8
de
batterijen
van
"3.2 Batterijen
pagina 4.
of
de
zender
NIET
7 Opsporen en verhelpen van storingen
Storing
de
Er staat niets op het
Zie
scherm van de
gebruikersinterface.
Er staat een foutcode
op de
gebruikersinterface.
de
Andere elektrische
Zie
apparaten beginnen te
werken.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle
bovenstaande punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef
hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de unit (met
indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de installatiedatum
(mogelijk vermeld op de garantiekaart).
7.1
Symptomen die geen storingen
van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
7.1.1
Symptoom: U hoort een geluid zoals
stromend water
▪ Dit geluid wordt veroorzaakt door het stromend koelmiddel in de
unit.
▪ Dit geluid kan worden geproduceerd wanneer bij het koelen of
drogen water wegstroomt van de unit.
7.1.2
Symptoom: U hoort een blaasgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de koelmiddelstroom van
richting verandert (bijv. bij het omschakelen van koelen naar
de
verwarmen).
7.1.3
Symptoom: U hoort een tikgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de unit een beetje uitzet of
samentrekt door temperatuurveranderingen.
7.1.4
Symptoom: U hoort een fluitgeluid
Dit geluid wordt veroorzaakt door het stromend koelmiddel tijdens
In-/
het ontdooien.
en
7.1.5
Symptoom: U hoort een klikgeluid terwijl
de unit werkt of stilstaat
Zie
Dit geluid wordt veroorzaakt door de werking van de regelkleppen
van het koelmiddel of de elektrische onderdelen.
7.1.6
Symptoom: U hoort een klapgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer een extern toestel lucht uit
de kamer haalt (bijv. een afzuigventilator, een dampkap) en de
deuren en ramen van de kamer gesloten zijn. Open de deuren of
ramen, of schakel het toestel uit.
de
7.1.7
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit, buitenunit)
Wanneer het systeem na het ontdooien wordt omgeschakeld op
is
verwarmen. Het vocht van het ontdooien wordt omgezet in stoom en
wordt uitgeblazen.
Maatregel
Vervang de batterijen van de
gebruikersinterface.
Raadpleeg uw plaatselijke verdeler. Zie
"7.2 Problemen op basis van storingscodes
oplossen" op pagina 20
voor een
gedetailleerde lijst met foutcodes.
Als de gebruikersinterface andere
apparaten doet werken, verplaats die
apparaten en neem contact op met uw
dealer.
Gebruiksaanwijzing
19