AF-opnametips
Zelfs wanneer de scherpstelling wordt bereikt, wordt opnieuw scherpgesteld als u de
ontspanknop half indrukt.
De helderheid van het beeld kan tijdens de automatische scherpstelling veranderen.
Het kan even duren om scherp te stellen, afhankelijk van het onderwerp en de
opnameomstandigheden.
Als de lichtbron verandert terwijl u opneemt, kan het scherm flikkeren en kan
scherpstellen lastig worden. In dit geval start u de camera opnieuw op en hervat u de
opname met AF onder de lichtbron die u gaat gebruiken.
Voor onderwerpen bij de randen die enigszins onscherp zijn, probeert u opnieuw scherp
te stellen met het onderwerp in het midden en maakt u vervolgens een nieuwe
compositie en de opname.
50