SYSTEEMINSTELLINGEN
In het scherm Instellingen kunt u systeeminstellingen en instellingen voor aangesloten apparaten beheren.
Uw vaartuig (naam van het vaartuig)
Hiermee kunt u vaartuigspecifieke instellingen aanpassen. De meeste instellingen voor uw vaartuig zijn
geconfigureerd toen het apparaat voor het eerst werd opgestart.
Opmerking: Op het apparaat wordt standaard 'Uw vaartuig' weergegeven, maar deze aanduiding
¼
verandert zodra u uw vaartuig een naam geeft in de lijst met apparaten.
Connectiviteit
Gebruik deze optie om het apparaat te verbinden met een Wi-Fi
instellingen van de Ethernet-verbinding te beheren of om verbinding te maken met de mobiele Simrad
app.
Opmerking: Sommige jachthavens vereisen dat u akkoord gaat met hun gebruiksvoorwaarden om
¼
toegang te krijgen tot Wi-Fi
door het apparaat. We raden aan de mobiele Simrad
updates op uw apparaat te kunnen downloaden en installeren.
Hotspot
Deze display-unit kan tegelijkertijd verbinding maken met internet en een hotspot zijn voor Wi-Fi
verbindingen, bijvoorbeeld om een ander mobiel apparaat met het apparaat te verbinden.
Opmerking: Schakel de hotspot van het beeldscherm in om rechtstreeks verbinding te maken met de
¼
mobiele Simrad
-app op uw mobiele apparaat.
®
Boot netwerk
Hiermee kunt u gekoppelde apparaten beheren.
Apparaten
Geeft een overzicht van alle interne en externe apparaten en modules. U kunt in de lijst instellingsopties
en configuratieopties openen en details bekijken.
-internetverbindingen. Deze verbindingsmethode wordt niet ondersteund
®
29
-netwerk, een hotspot te maken,
®
-app te installeren op uw mobiele apparaat om
®
-
®
-
®