5
Gebruik van uw koelkast
De werkingstemperatuur
instellen
Warm
De
werkingstemperatuur
geregeld via de temperatuursturing.
1 = Laagste koelinstelling (Warmste
instelling)
MAX = hoogste koelstand (koudste
instelling)
Kies een stand overeenkomstig de
gewenste temperatuur.
De binnentemperatuur hangt ook af
van de omgevingstemperatuur, hoe
vaak de deur geopend wordt en de
hoeveelheid voedsel die in de koelkast
bewaard wordt.
Wanneer u de deur vaak opent stijgt
de temperatuur in de koelkast.
Cold
Het is daarom raadzaam om de deur
wordt
na elk gebruik zo snel mogelijk te
sluiten.
De
normale
van uw apparaat moet -18 °C (0 °F)
bedragen. U kunt lagere temperaturen
krijgen door de thermostaatknop in
richting MAX te draaien.
Wij raden aan de temperatuur met
een nauwkeurige thermometer te
controleren zodat u zeker weet dat
in de gewenste temperatuur in de
bewaarvakken wordt gehandhaafd.
Lees
de
thermometer onmiddellijk af. Deze
stijg namelijk snel wanneer u de
thermometer weer uit de vriezer haalt.
16
NL
bewaartemperatuur
temperatuur
van
de