5 Werking
▪ Als uw unit een koelingsmodel is, kan het een ruimte afkoelen.
▪ Als uw apparaat een verwarmings-/koelmodel is, kan het een
ruimte zowel opwarmen als afkoelen. U moet aan het systeem
zeggen welke bedrijfsmodus gebruikt moet worden.
Om aan het systeem te zeggen welk ruimtebedrijf te gebruiken, kunt
u het volgende doen:
U kunt...
Nagaan welke bedrijfsmodus momenteel in
gebruik is.
Stel de ruimtebedrijfsmodus permanent in.
Beperk automatisch omschakelen volgens
een maandelijks programma.
De bedrijfsmodus instellen
1 Ga naar [4.1]: Ruimteverwarming/-koeling >
Bedrijfmodus
2 Selecteer een van de volgende opties:
▪ Verwarming: Alleen verwarmingsstand
▪ Koeling: Alleen koelstand
▪ Automatisch:
De
bedrijfsmodus
automatisch tussen verwarming en koeling op
basis van de buitentemperatuur. Beperkt per
maand
volgens
geprogrammeerd [4.2].
Om automatisch omschakelen te beperken volgens een
programma
Voorwaarden: U stelt de ruimtebedrijfsmodus in op Automatisch.
1 Ga naar [4.2]: Ruimteverwarming/-koeling >
Bedrijfsmodus geprogrammeerd.
2 Selecteer een maand.
3 Selecteer voor elke maand een optie:
▪ Omkeerbaar: Niet beperkt
▪ Alleen verwarmen: Beperkt
▪ Alleen koelen: Beperkt
4 Bevestig de wijzigingen.
5.6.2
De gewenste kamertemperatuur wijzigen
Tijdens de kamertemperatuurregeling kunt u het instelpunt-scherm
van
de
kamertemperatuur
kamertemperatuur af te lezen en aan te passen.
1 Ga naar [1]: Kamer.
1
Kamer
2 Pas de gewenste kamertemperatuur aan.
a
b
1
21
°C
Kamer
a Werkelijke kamertemperatuur
b Gewenste kamertemperatuur
Gebruiksaanwijzing
12
Plaats
Startscherm
Hoofdmenu
verandert
Bedrijfsmodus
het
gebruiken
om
de
gewenste
+
–
Als de programmawerking geactiveerd is nadat de gewenste
kamertemperatuur werd gewijzigd
▪ De temperatuur blijft hetzelfde zolang er geen geplande actie is.
▪ De
gewenste
kamertemperatuur
geprogrammeerde waarde wanneer een geprogrammeerde actie
plaatsvindt.
U
kunt
geprogrammeerde
programmawerking (tijdelijk) uit te schakelen.
De programmawerking voor de kamertemperatuur uit zetten
1 Ga naar [1.1]: Kamer > Tijdschema.
2 Selecteer Nee.
5.6.3
De gewenste aanvoerwatertemperatuur
wijzigen
INFORMATIE
Het aanvoerwater is het water dat naar de warmteafgevers
wordt gestuurd. De gewenste aanvoerwatertemperatuur
werd in functie van het warmteafgiftesysteem door uw
installateur
ingesteld.
aanvoerwatertemperatuur
problemen voordoen.
U kunt het instelpunt-scherm van de aanvoerwatertemperatuur
gebruiken om de gewenste aanvoerwatertemperatuur af te lezen en
aan te passen.
1 Ga naar [2]: Hoofdzone of [3]: Secundaire zone.
2
Hoofdzone
3
Secundaire zone
2 Pas de gewenste aanvoerwatertemperatuur aan.
b
a
2
20
°C
Hoofdzone
b
a
3
12
°C
Secundaire zone
a Werkelijke aanvoerwatertemperatuur
b Gewenste aanvoerwatertemperatuur
5.7
Programmascherm: voorbeeld
Dit voorbeeld toont hoe u een kamertemperatuurprogramma instelt
in de koelingsstand voor de primaire zone.
keert
terug
naar
acties
vermijden
door
Pas
de
instellingen
van
slechts
aan
als
er
zich
+
–
+
–
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620244-1C – 2023.11
de
de
de