4. Installatie
3
1
37
Bij inwerkingstelling dient de installatie grondig doorgespoeld te
worden om gruis en grint, afzettingen en residu's van vloeimiddelen
te verwijderen.
Duur van het doorspoelen: ca. 15 minuten
Spoelvloeistof: Warmtegeleidende vloeistof
1. Sluit het vulstation aan.
2. Open de aftap- en vulkraan.
2
3. Zet de klep met ronde schuifklep op 45°.
4
4. Sluit de omloopleiding.
5. Zet de vulpomp aan.
6. Sluit de zonneregelaar aan op het spanningsnet.
7. Schakel de circulatiepomp op zonne-energie uit.
2
8. Laat de warmtegeleidende vloeistof in de installatie 15 minuten
9. Sluit geleidelijk aan de retourkraan om 5 bar (0.5 MPa) te
10.Sluit de aftap- en vulkraan.
11.Schakel de vulpomp uit.
12.Open de omloopleiding.
13.Zet de klep met ronde schuifklep terug op 0°.
14.Ontgas het zonnecircuit.
L000761-B
OPGELET
Aangezien warmtegeleidende vloeistof veel makkelijker
lekt dan water, moet de afdichting van alle koppelstukken
en pakkingen na een gebruik van enkele uren (op
bedrijfsdruk) op het oog gecontroleerd worden.
Gebruik in kleine installaties de transportbak van de
warmtegeleidende vloeistof als opvangbak voor de
veiligheidsklep.
OPGELET
de zonne-installatie is zo ontworpen dat het onmogelijk is
om de collectoren volledig leeg te maken.
De zonne-installatie dient dan ook absoluut gevuld en
gespoeld te worden met warmteoverdrachtvloeistof.
OPGELET
U mag geen reiniging doorvoeren wanneer de installatie
rechtstreeks is blootgesteld aan zonnestraling (vorming
van stoom) of wanneer er risico bestaat op temperaturen
onder het vriespunt (risico op aantastingen).
Stel de zonneparameters in
¼ Zie de installatie- en onderhoudshandleiding van de ketel.
circuleren.
verkrijgen.
¼ zie het hoofdstuk "Het circuit ontgassen"
220 SHL
16/10/2015 - 300029848-07