Probleemoplossing
Raadpleeg de volgende tabel als de airconditioner niet normaal werkt, om tijd en onnodige uitgaven te
besparen.
Probleem
De airconditioner werkt
helemaal niet.
Ik kan de temperatuur niet
wijzigen.
Er komt geen koele of warme
lucht uit de airconditioner of
de prestaties zijn verminderd.
CAC001-00_IB_RAC QMD_EU_NL-WEB_.indd 37
Bijlagen
• Controleer het stroomsnoer en schakel de airconditioner opnieuw
in.
• Schakel de installatieautomaat in, steek het stroomsnoer in het
stopcontact en schakel de airconditioner opnieuw in.
• Controleer of de isolator is ingeschakeld.
• Controleer of de functie Timer uit is ingeschakeld. Schakel de
airconditioner opnieuw in door op de knop Aan/uit te drukken.
• Controleer of de modus Fan of Fast is ingeschakeld. In deze modi
beheert de airconditioner de ingestelde temperatuur automatisch
en kunt u deze dan ook niet wijzigen.
• Controleer of de ingestelde temperatuur hoger is dan de
huidige temperatuur in modus Cool of lager dan de huidige
temperatuur in modus Heat. Druk op de knop Temperatuur op de
afstandsbediening om de ingestelde temperatuur te wijzigen.
• Controleer of het luchtfilter wordt geblokkeerd door vuil. Als het
luchtfilter is geblokkeerd, kunnen de prestaties op het gebied van
koelen en verwarmen afnemen. Verwijder vuil dan ook regelmatig.
• Controleer of de buitenunit is afgedekt en of er obstakels in de
buurt staan. Maak de unit vrij en verwijder het obstakel. Gebruik
bij het opruimen van het obstakel (bijv. sneeuw of ijs) het juiste
gereedschap om te voorkomen dat u het product beschadigt of
uzelf verwondt tijdens dit proces.
• Controleer of de airconditioner met functie Defrost draait.
Wanneer zich in de winter ijs vormt of als de buitentemperatuur te
laag is, schakelt de airconditioner automatisch de functie Defrost
in. Zolang deze functie is geactiveerd, stopt de binnenventilator
en komt er geen warme lucht uit de unit.
• Controleer of er deuren of ramen openstaan. Dit kan slechte
prestaties veroorzaken op het gebied van koelen en verwarmen.
Sluit deuren en ramen.
• Controleer of de airconditioner wordt ingeschakeld zodra de
koelings- of verwarmingswerking stopt. In dit geval draait
de ventilator alleen om de compressor van de buitenunit te
beschermen.
• Controleer of de lengte van de leidingen niet te lang is. Wanneer
de maximale leidinglengte wordt overschreden, kunnen de
prestaties op het gebied van koelen en verwarmen afnemen.
Oplossing
Nederlands
37
2020-02-21 오후 8:20:49