Alarmen
Het Connex-apparaat geeft fysiologische en technische alarmen weer die worden geactiveerd door
de ECG-/impedantieademhalingsmodule. Fysiologische alarmen treden op wanneer metingen van
vitale functies buiten de ingestelde alarmgrenzen vallen. Technische alarmen treden op wanneer er
een probleem is met de module, een accessoire dat is aangesloten op de module, het Connex-
apparaat, of het netwerk. De module kan alarmen doorgeven aan de monitor en een externe
verpleegkundigenoproep, indien beschikbaar, in het profiel Continuous Monitoring (Continue
bewaking). Technische alarmen treden op in alle profielen.
Zie de Welch Allyn Connex® Devices-gebruiksaanwijzing voor gedetailleerde beschrijvingen van
alarmgedrag, bedieningselementen en berichten.
Samenvatting van fysiologische alarmen
Alarmtoestand
Asystolie
Ventriculaire tachycardie
Ventriculaire fibrillatie
Hartfrequentie
Impedantieademhalingsfrequent
ie
Alarmgrenzen
Ventriculaire tachycardie
Hartfrequentie
Impedantieademhalingsfrequentie 100 ademhalingen per minuut
Alarmdrempel
4 seconden of langer geen detecteerbare slag
Standaard: 120 spm ±3 spm voor 6 opeenvolgende slagen
Bereik: 100 tot 150 bpm ±3 bpm voor 6 opeenvolgende slagen
Fibrillerende golfvorm gedurende ≥ 4 seconden
Hartfrequentie boven alarmdrempel voor hoge waarde of onder
alarmdrempel voor lage waarde
Ademhalingsfrequentie boven alarmdrempel voor hoge waarde of onder
alarmdrempel voor lage waarde
Bovengrens invoerbereik.
150 slagen per minuut
300 slagen per minuut
Ondergrens invoerbereik.
100 slagen per minuut
20 slagen per minuut
5 ademhalingen per minuut
19