FUNCTIES
Druk op de knop AAN/UIT om de unit in of uit te schakelen.
AAN/UIT
Druk op deze knop om te schakelen tussen de 4 verschillende modi. Het display toont het
pictogram van de momenteel geselecteerde modus.
KOELEN
ONT-
VOCHTI-
GEN
MODUS
VENTI-
LEREN
VER-
WARMEN
STILLE
MODUS
VENTILATOR-
SNELHEID
De airconditioner heeft een 24-uurstimer waarmee u ofwel een vertraagde start ofwel een
bepaalde werkingsperiode kunt instellen. Deze timers kunnen niet worden gecombineerd; u kunt
wel de app gebruiken om werkingsperioden in te stellen.
TIMER VOOR UITSCHAKELEN:
TIMER
Druk bij een werkende unit op de knop Timer; in het display knippert de "0" 5 keer. Gebruik na de
5e keer knipperen de knoppen Meer / Minder om de tijdsduur in stappen van een uur aan te passen
van 1 tot 24 uur. Als deze periode is verstreken, zal de unit automatisch worden uitgeschakeld.
De modus Koelen is standaard ingesteld op 22 °C; de lucht wordt gekoeld en de warme
lucht wordt naar buiten geblazen. De gewenste temperatuur kan met behulp van de
knoppen Meer / Minder worden aangepast van 16 °C tot 30 °C. Met de knop
Ventilatorsnelheid kunt u ook de draaisnelheid van de ventilator aanpassen.
In de modus Ontvochtigen wordt vocht aan de lucht onttrokken; dit vocht wordt via
de drainagebuis naar buiten afgevoerd. In de modus Ontvochtigen kan de
ventilatorsnelheid niet worden aangepast.
In de modus Ventileren circuleert het apparaat de lucht die in de ruimte aanwezig is;
er wordt niet gekoeld, verwarmd of ontvochtigd. De draaisnelheid van de ventilator
kan worden aangepast met de knop Ventilatorsnelheid.
De modus Verwarmen is standaard ingesteld op 24 °C; de lucht wordt verwarmd en de
koele lucht wordt naar buiten geblazen. De gewenste temperatuur kan met behulp van
de knoppen Meer / Minder worden aangepast van 16 °C tot 30 °C. Met de knop
Ventilatorsnelheid kunt u ook de draaisnelheid van de ventilator aanpassen.
De Stille modus kan worden ingeschakeld via de APP of de afstandsbediening. U kunt
ook tegelijkertijd op "
apparaat zal nu alleen koelen of verwarmen; de ventilator gaat langzamer draaien en
maakt minder geluid.
Druk op deze knop om te schakelen tussen een lage, middelmatige of hoge
ventilatorsnelheid. Bij Ontvochtigen of Stille modus kan de ventilatorsnelheid niet
worden aangepast.
16
"+"
"
op het bedieningspaneel van de unit drukken. Het