Plak het meegeleverde installatiesjabloonpapier op zijn plaats op de muur
en zorg er met behulp van een waterpas voor dat de referentielijn
horizontaal is.
Gebruik een kernboormachine van 180 mm om de twee
gaten voor de ventilatie-units te boren, waarbij u ervoor zorgt
dat beide gaten zijn uitgelijnd met het sjabloon.
Gebruik het sjabloon om de positie van de schroeven voor de
ophangrail te markeren; gebruik een waterpas om ervoor te
zorgen dat deze recht en waterpas is.
Boor de gemarkeerde gaten met een geschikte boor van 8
mm en breng de muurpluggen aan. Lijn de ophangrail uit met
de gaten en bevestig de rail op zijn plaats met behulp van de
meegeleverde schroeven.
Zorg ervoor dat de ophangrail stevig aan de muur is
bevestigd, en dat er geen risico is dat de unit kantelt of valt.
Het gat voor de afvoerleiding moet worden geboord met een boor van 20
mm. Zorg ervoor dat het gat in een neerwaartse hoek staat (min 5
graden), zodat het water correct kan weglopen.
10