1. INTRODUCTIE
De installatie, bediening en het onderhoud van de motor dient altijd te worden uitgevoerd door een opgeleid en geautoriseerd persoon met
behulp van de geschikte gereedschappen en werkwijzen volgens de richtlijnen zoals beschreven in de documenten die met de motor worden
meegeleverd.
De instructies in dit document zijn geldig voor WEG-motoren met de volgende kenmerken:
Driefase en één fase inductiemotoren (met kooirotor);
g
Driefase motoren met permanente magneten;
g
Driefase hybride motoren (met kooirotor + permanente magneten).
g
Deze motoren kunnen worden gebruikt in geclassificeerde gebieden indien uitgerust met de volgende soorten veiligheidsklasse:
Verhoogde Veiligheid - "Ex eb" of "Ex ec";
g
Explosie beveiligd- "Ex db" of "Ex db eb";
g
Bescherming door omhulsel (brandbare stof) - "Ex tb" of "Ex tc";
g
Markeringsdetails staan op het typeplaatje en in het certificaat van het product dat deel uitmaakt van de documentatie van de motor. Ter referentie bevat
deze handleiding een certificatenlijst voor elk type van bescherming en hun bijbehorende merktekens. Daarnaast kunnen de toepasbare normen worden
gevonden in de certificaten van het product en in de "Algemene Handleiding voor de Installatie, Bediening en Onderhoud van Elektromotoren voor
Explosieve Atmosferen" – code 50034162. De handleiding is beschikbaar op de site www.weg.net.
Het doel van deze handleiding is het verschaffen van belangrijke informatie die gevolgd dient te worden tijdens het transport, opslag, installatie, bediening
en onderhoud van WEG-motoren. Om deze reden adviseren wij het aandachtig lezen van de hierin opgenomen instructies alvorens enige interventie op de
motor. Door het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding en de overige instructies waarnaar wordt verwezen op de site www.weg.net vervalt de
garantie op het product, afbreuk doen aan de aard van de bescherming van de motor kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel en schade.
Elk onderdeel dat aan de motor door de gebruiker wordt toegevoegd, zoals wartels, blindplug, encoder etc. moet overeenstemmen
met de veiligheidsklasse van het omhulsel, het "beschermingsniveau van de apparatuur" (EPL) en de veiligheidsklasse van de motor,
volgens de normen voorgeschreven in het certificaat van het product.
Bijzondere gebruiksvoorwaarden
De markering "X" naast het certificaatnummer op het typeplaatje van de motor betekent dat er bijzondere voorwaarden zijn voor de installatie,
gebruik en/of onderhoud van de apparatuur die worden beschreven in het certificaat en geleverd in de documentatie van de motor. Ter
referentie bevat het hoofdstuk Certificaten een certificatenlijst voor elk type van bescherming en hun respectieve merktekens.
Het niet in acht nemen van deze voorwaarden brengt de veiligheid van het product en van de installatie in gevaar.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de juiste evaluatie van het installatiegebied en van de kenmerken van het milieu.
Elektromotoren bevatten geladen circuits en draaiende blootgestelde componenten die gevaarlijk kunnen zijn voor mensen.
2. VERVOER, OPSLAG EN HANDELING
Controleer de conditie van de motor bij ontvangst. Indien er schade wordt geconstateerd, dient dit schriftelijk te worden gemeld bij de
vervoerder en direct te worden medegedeeld aan de verzekeringsmaatschappij en aan WEG. In dit geval dient het installatiewerk te worden
gestaakt totdat het probleem is opgelost.
De informatie op het typeplaatje dient overeen te komen met de factuur van het product, de omgevingsomstandigheden van de werkplaats waar
de motor zal worden geïnstalleerd, met de veiligheidsklasse en de EPL van de motor. Indien de motor niet direct wordt geïnstalleerd, raden wij
u aan de motor te bewaren in een schone en droge plaats vrij van stof, trillingen, agressieve chemicaliën en met een relatieve vochtigheid van niet
meer dan 60%. Om watercondensatie in de motor tijdens de opslag te voorkomen is het raadzaam om de stilstand verwarming ingeschakeld te
houden (indien beschikbaar). Om oxidatie van de lagers te voorkomen en een gelijkmatige verdeling van het smeermiddel te garanderen, dient
de motor as ten minste eenmaal per maand (met ten minste 5 omwentelingen) te worden gedraaid en altijd met een verschillende as positie
bewaard te worden. Voor lagers met een smeersysteem van het oil mist type, dient de motor, onafhankelijk van montage, horizontaal te worden
opgeslagen met ISO VG 68 olie in het lager met de hoeveelheid vermeld in de handleiding (beschikbaar op de website www.weg.net ), de as
dient wekelijks te worden gedraaid. Indien de motor voor meer dan twee jaar wordt opgeslagen is het aanbevolen de lagers te vervangen of ze te
verwijderen, schoon te maken, te inspecteren en opnieuw te smeren vóór de inbedrijfstelling. Na deze opslagperiode is het aanbevolen dat ook
de startcondensatoren vervangen worden vanwege het eventueel verliezen van hun operationele kenmerken.
Alle handelingen met de motor dienen op een zorgvuldige wijze te worden uitgevoerd. Om trilling en beschadiging van de
lagers te voorkomen dient met het transport de bescherming/ as vergrendeling (indien meegeleverd) altijd geïnstalleerd te
zijn.
Hijs de motor altijd bij de hijsogen op die slechts voor het gewicht van de motor zijn geschikt en die nooit dienen te worden gebruikt
om extra gekoppelde ladingen te hijsen. De hijsogen van componenten zoals klemmenkast, waaierkap, enz. mogen alleen worden
gebruikt wanneer deze onderdelen zijn gedemonteerd. Aanvullende informatie over de maximale hoeken voor het ophijsen zijn
opgenomen in de algemene handleiding op de website.
De isolatieweerstand van de motor dient periodiek te worden gemeten en tevens voor de eerste ingebruikname. Controleer de aanbevolen
waarden en metingprocedures op de site.
3. INSTALLATIE
Tijdens de installatie dient de motor te worden beschermd tegen ongewenst starten.
Start de motor los van de applicatie om de draairichting te controleren.
Verwijder de transportbeveiliging en de as vergrendeling (indien geleverd) alvorens het starten met de motorinstallatie.
De motor mag alleen worden geïnstalleerd in de applicaties, omgevingen en constructies zoals vermeld in de documentatie van het product. De
beschermingsklasse en het EPL aangegeven op het typeplaatje van de motor dient gerespecteerd te worden conform de classificatie van de
omgeving waar de motor zal worden geïnstalleerd. Een motor met voet dient te worden geïnstalleerd op een goed voorbereide ondergrond om
trillingen te voorkomen en een perfecte aanpassing te garanderen. De motor as dient goed te worden uitgelijnd met de as van de aangedreven
machine. Een slechte uitlijning, alsmede onvoldoende spanning van de aandrijfriemen, zullen de lagers beschadigen wat overmatige trillingen
en zelfs het breken van de as kan veroorzaken. Let op: de toelaatbare radiale en axiale belastingen op de as die worden aangegeven in de
algemene handleiding op de site www.weg.net. Gebruik indien mogelijk altijd flexibele koppelingen. In een motor met olie gesmeerde lagers
of een oil mist type smeersysteem, dienen de koelings- en smeringsbuizen (indien beschikbaar) aangesloten te worden. Voor oliegesmeerde
lagers dient het oliepeil ter hoogte van het midden van het kijkglas te staan. Verwijder het vet aan het einde van de as en van de flens pas vóór
de installatie van de motor om corrosie te vermijden. Indien anders besteld, zijn WEG-motoren dynamisch uitgebalanceerd met een halve spie en
losdraaiend (ontkoppeld) systeem. Aandrijvingselementen zoals remschijven, koppelingen, etc. dienen goed uitgebalanceerd te worden voordat
ze op de motor as worden geïnstalleerd.
26 | Elektrische motoren voor explosiegevaarlijke omgevingen
26 | Electric motors for explosive atmospheres
NEDERLANDS