Basisfuncties
Hoofdletters ingeven
Tik op
voordat u een teken ingeeft. Als u alles in hoofdletters wilt ingeven, tikt u twee keer.
Toetsenbordtaal wijzigen
Voeg talen toe aan het toetsenbord en schuif de spatietoets naar links of rechts om de
talentoetsenborden te wijzigen.
Tekst via spraak ingeven
Activeer de functie voor spraakinvoer en spreek in de microfoon. Het apparaat geeft weer wat u hebt
gezegd.
Als het apparaat uw woorden niet herkent, tikt u op de onderstreepte tekst en selecteert u een
alternatief woord of zin in de keuzelijst.
Als u de taal wilt wijzigen of talen wilt toevoegen voor spraakherkenning, tikt u op de huidige taal.
Kopiëren en plakken
Raak de gewenste tekst aan, sleep
of
om meer of minder tekst te selecteren en tik op Kopiëren
om te kopiëren of Knippen om te knippen. De geselecteerde tekst wordt naar het klembord
gekopieerd.
Als u de tekst in een tekstinvoerveld wilt plakken, plaatst u de cursor op het punt waar de tekst moet
→ Plakken.
worden ingevoerd en tikt u op
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
Sluit het apparaat aan op een Wi-Fi-netwerk om internet te gebruiken of mediabestanden te delen
met andere apparaten. (p. 90)
Wi-Fi in- en uitschakelen
Open het meldingenvenster en tik op Wi-Fi om het in of uit te schakelen.
Schakel Wi-Fi uit om de batterij te sparen wanneer u deze functie niet gebruikt.
32