Symptomen: Vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid,
pijn in de borst- en maagstreek
Gevolgen van een koolmonoxide-
vergiftiging
Koolmonoxide bindt de hemoglobine in het bloed en belemmert
daardoor het zuurstoftransport in het lichaam. Hoge concentraties CO
veroorzaken binnen enkele minuten de dood.
35 ppm
Maximaal toelaatbare waarde bij continue CO-
blootstelling gedurende een periode van 8 uur
200 ppm
Lichte hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid,
misselijkheid na 2 à 3 uur
400 ppm
Hoofdpijn op het voorhoofd binnen 1 à 2 uur,
levensgevaar na 3 uur
800 ppm
Duizeligheid, misselijkheid en stuiptrekkingen binnen
45 minuten, bewusteloosheid binnen 2 uur, dood
binnen 2 à 3 uur
1600 ppm Hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid binnen 20
minuten, dood binnen 1 uur
6400 ppm Hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid binnen 1 à 2
minuten, dood binnen 10 à 15 minuten
Opgelet:
Weergave tot max. 999 ppm!
Ruimtes waarin een koolmonoxide-
melder aanwezig zou moeten zijn
In een ideaal geval zou elke ruimte waarin zich een
verbrandingsinstallatie bevindt een koolmonoxidemelder moeten
bevatten. Als er echter in meer dan een ruimte een
verbrandingsinstallatie aanwezig is en u heeft slechts een beperkt
aantal of slechts één melder ter beschikking, moet u bij de keuze voor
de beste locatie de volgende punten in acht nemen:
!
als zich in een ruimte waarin u slaapt een op brandstof werkend
apparaat bevinden, moet u de melder in die ruimte ophangen;
!
als zich in een ruimte waarin u de meeste tijd doorbrengt, bijv. de
woonkamer, een op brandstof werkend apparaat bevinden, moet
u de melder in die ruimte ophangen;
!
in een eenkamerwoning moet het apparaat zo ver mogelijk van de
kookgelegenheid worden opgehangen, maar dicht bij de
slaapgelegenheid;
!
als de verbrandingsinstallatie zich in een normaal gezien niet
gebruikte ruimte bevindt (bijv. het ketelhok), kunt u een
koolmonoxidemelder het beste net buiten deze ruimte ophangen,
zodat u het alarm makkelijker kunt horen. Als alternatief kunt u
een externe alarmsirene op de schakeluitgang op het apparaat
aansluiten.
Plaatsing
Het CO-alarm is volgens de voorschriften voorzien voor montage aan
de muur.
De montagelocatie moet volgens de volgende criteria worden
gekozen:
CO-alarm in dezelfde ruimte als in een verbrandings-
installatie:
!
Het apparaat moet dicht bij het plafond maar wel minstens 150
mm onder het plafond worden opgehangen;
!
Het apparaat moet zich qua hoogte boven het niveau van alle
deuren of ramen bevinden.
!
De koolmonoxidemelder moet een horizontale afstand van tussen
1 tot 3 m van de mogelijke bron hebben.
!
Als de kamer een scheidingswand heeft, moet de detector zich aan
dezelfde zijde van de scheidingswand als de mogelijke bron
bevinden.
!
In ruimtes met schuine plafonds moet het CO-alarm op de hogere
zijde van de ruimte worden opgehangen.
CO-alarm in slaapkamers en ruimtes die verder weg van een
verbrandingsinstallatie zijn gelegen:
!
De koolmonoxidemelders moeten zich op ademhoogte van de
bewoners bevinden.
De volgende plaatsen zijn als montagelocatie NIET
geschikt:
!
Buiten gebouwen bijv. voor de bewaken van open kratten
!
Afgesloten ruimtes (bijv. de binnenzijde van kasten of de ruimte
achter de vitrage), die bij het vrijkomen van gas de activering van
het alarm zouden kunnen blokkeren
!
Naast een deur of raam
!
In de luchtstroming van ventilators (ventilatiesystemen,
airconditioning enz.)
!
In de buurt van een luchtafvoer (bijv. een afzuigkap) of andere
ontluchtingsopeningen
!
Ruimtes waarin de temperatuur onder de -10°C kan dalen of
boven de +40°C kan stijgen
!
Natte cellen als badkamers en doucheruimtes, waarin de relatieve
luchtvochtigheid boven de 95% kan stijgen
!
Vlak naast een fornuis
!
Direct boven een kookvoorziening
!
Direct boven een afvoer of wasbak
!
Plaatsen waar vuil of stof de sensor kunnen verstoppen
!
In explosiegevaarlijke ruimtes
!
In garages of andere locaties waarin koolmonoxide aanwezig is.
Voor de bewaking van parkeergarages moet een installatie
conform de Duitse VDI 2053-norm en de plaatselijke
garagevoorschriften worden gebruikt.
- 25
NL