4.3.7
Concentrische leidingen in het verwarmingslokaal - Enkelvoudige slang in de schoorsteen
(oxidatieve lucht als tegenstroom) - aansluiting type C33 / C33x / C63x
A Rookgassen
B Luchttoevoer
Terminal met slab
1
Centreersterren (2 stuks)
2
Bochtstuk 87°
4
Rail houder
5
Verlengstuk 0.5 m
6
Koker
10
Bochtstuk voor inspectie
17
Afdekplaat
18
Ventilatierooster
19
in het ketelhuis
Ø 80/125 mm
in de schoorsteen
Lmax
x minim
y minim
17/12/2007 - 300011250-001-C
Ø 80 mm
15 m
140 mm
160 mm
PU 150 F Condens - PU 150 F Condens + OBC
(1)
Zorg dat L altijd kleiner dan Lmax is
Lmax wordt gemeten door de lengte van de lucht-/
rookgasleidingen op te tellen bij de gelijke lengtes van de
andere elementen.
Lmax = 15 m - Slang
Om geluidsoverdracht tijdens de werking van de ketel in de
woning te voorkomen, mag de schoorsteenleiding niet in
de wanden gemetseld worden.
Bevestig de concentrische leidingen aan de muur met
behulp van de beugels en houder(s). Bij iedere start wordt
er druk op de leidingen uitgeoefend en deze kunnen op de
lange duur loskoppelen. In dit geval blijft de
verwarmingsketel werken en vervuilt deze de lucht in de
ruimte. Dit risico is vooral groot wanneer de lengte van de
schoorsteenleiding tot de wand of de schoorsteen groot is.
De schoorsteen moet gereinigd worden vóór het plaatsen
van de afvoerleiding.
Voor België: De aard van de aangesloten leidingen dien te
gebeuren conform de norm pr. NBN 61-002
(1) uitsluitend voor Duitsland
19