a
Het is verboden om de installatie gedeeltelijk of on-
der "tijdelijke" omstandigheden te laten werken.
Voer de inbedrijfstelling als volgt uit:
1.
stel het technisch dossier van de automatisering samen met
de volgende documenten: een overzichtstekening van de
automatisering, het schema van de gemaakte elektrische
aansluitingen, de risicoanalyse en bijbehorende toegepas-
te oplossingen, de verklaring van overeenstemming van de
fabrikant van alle gebruikte inrichtingen en de verklaring van
overeenstemming die is opgemaakt door de installateur
2.
bevestig op permanente wijze in de buurt van de knop voor
de handmatige beweging een etiket of een plaatje met aan-
wijzingen voor het ontgrendelen "Afbeelding 19"
19
WAT TE DOEN ALS...
7
(gids bij het oplossen van problemen)
7
WAT TE DOEN ALS... (handleiding voor het oplossen van problemen)
7.1 PROBLEMEN OPLOSSEN
In de volgende tabel worden nuttige tips gegeven voor gevallen van storing die tijdens de installatie of bij defecten kunnen optreden.
OPSPORING VAN DEFECTEN
Symptomen
De motor start niet
Het rolluik stopt niet op de vooraf bepaalde
punten
De knop van de handmatige beweging is
ontgrendeld, maar het rolluik kan niet omhoog
bewogen worden
De thermische beveiliging is ingeschakeld
De motor heeft moeite om het rolluik omhoog te
bewegen
10 – NEDERLANDS
3.
bevestig op permanente wijze een etiket of een plaatje met
deze afbeelding (minimale hoogte 60 mm) op de poort "Af-
beelding 20"
20
4.
breng op de poort een identificatieplaatje aan met ten minste
de volgende gegevens: het type automatisering, naam en
adres van de fabrikant (verantwoordelijke voor de inbedrijf-
stelling), serienummer, bouwjaar en "CE"-merk
5.
vul de verklaring van overeenstemming van de automatise-
ring in en overhandig deze aan de eigenaar
6.
vul de "Gebruikshandleiding" van de automatisering in en
overhandig deze aan de eigenaar van de automatisering
7.
vul het "Onderhoudsplan" in met daarin de voorschriften voor
het onderhoud van alle inrichtingen van de automatisering
en overhandig dit aan de eigenaar van de automatisering.
l
Van alle genoemde documenten stelt Nice, via de
eigen technische assistentiedienst, de gebruiks-
handleiding, gidsen en voorgedrukte formulieren
ter beschikking.
Aanbevolen controles
Controleer of de aansluitingen zoals weergegeven in het stroomschema correct zijn.
Als de motor is uitgerust met een elektrische rem, controleer dan of deze correct is
aangesloten op de carter van de eindaanslag.
In de versie zonder rem moet een draadbrug worden aangebracht tussen de twee
klemmen.
Controleer of de eindaanslag correct is afgesteld, zoals beschreven in de paragraaf
"Instelling van de mechanische eindaanslagen".
Controleer of het koordje van de elektrische rem goed aangespannen is tijdens de
installatiefase.
Controleer of er geen beschadigde veerhouders zijn.
De motor is oververhit geraakt, wacht tot de temperatuur hersteld is tot de normale
waarde.
Controleer of de afmetingen en het gewicht van het rolluik geschikt zijn voor de
installatie van de reductiemotor.
Controleer of de veerhouders correct werken.
Tabel 2