Tijdens het gebruik van de BabyCart
Bij het verplaatsen dient de BabyCart te worden GEDUWD.
Hierdoor heeft u maximale controle over de trolley en u heeft
goed zicht op de trolley én de weg die u wilt volgen. TREK
NOOIT DE TROLLEY OVER EEN LANGE AFSTAND.
Pas uw snelheid aan op de directe omstandigheden. Om de
controle over de trolley tijdens onverwachte situaties te
behouden dient nooit sneller dan 3km/uur te worden
gereden. Het rijden in normaal wandeltempo (4 tot 5km/u) is
te snel.
De BabyCart met een gekoppelde couveuse moet met
minimaal 2 personen worden verplaatst. Eén persoon duwt
de BabyCart en de andere stuurt de couveuse in de gewenste
richting.
Voorkom het rijden over hellingen en obstakels, zoals kabels
en drempels (lift). Als dit noodzakelijkerwijs wel moet, doe
dit dan behoedzaam en met minimaal twee personen.
Let op: de BabyCart met apparatuur en gekoppelde couveuse
is zwaar en heeft een bepaalde afstand nodig om tot
stilstand te komen. Houd hier rekening mee bij het
verplaatsen van de wagen!
Indien u van plan bent zich achterwaarts te bewegen, let er
dan op dat u niet bekneld kan raken tussen de trolley en
obstakels.
Omwille van de stabiliteit zijn de wielen iets buiten de trolley
geplaatst. Let op dat u hier niet over struikelt.
Als een onderdeel van de trolley ontbreekt of beschadigd is,
mag de trolley niet gebruikt worden.
Pagina 5