7.8.
PERIODIEK ONDERHOUD
Indien de accu's gedurende lange tijd niet gebruikt
worden, dient u de accu's los te koppelen en de la-
ding binnen de termijn te herstellen die voor het ge-
bruikte accutype is vastgesteld (in het algemeen en
uit voorzorg niet langer dan 3 maanden voor lood-/
gel-/AGM-accu's, en 6 maanden voor Li-ion-accu's).
De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af wat be-
treft schade aan de accu's wegens het niet naleven
van deze procedure.
7.9.
AANBEVOLEN RESERVEONDERDELEN
U zult altijd uw machine zo efficiënt mogelijk kunnen ge-
bruiken door het houden van een voorraad van de meest
voorkomende verbruiksgoederen en bij het plannen van
routine en buitengewone onderhoud. Neem contact op
met uw dealer voor een lijst van deze onderdelen.
7.10.
PROBLEEM OPLOSSING
Deze aanbevelingen maken het gemakkelijker om de
oorzaak van een foutmelding te begrijpen en op te
lossen.
7.10.1. DE MACHINE WERKT NIET
De batterij aansluiting is verbroken of slecht aan-
gesloten op de batterij stekker.
Sluit stevig de twee aansluitingen op de batter-
ijstekker.
De machine wordt opgeladen.
De oplaadbewerking is niet voltooid.
De batterijen zijn leeg.
Laad de batterijen.
De printplaat is oververhit.
Controleer de verschillende onderdelen, die de
fout kunnen veroorzaken. Wacht 30 minuten en
probeer te vermijden dat er fouten gebeuren
bij de werking. Blijft de fout duren, uw geautori-
seerd servicecentrum contacteren.
7.10.2. DE MACHINE VERPLAATST ZICH NIET
De 2 knoppen die zich onder het stuur bevinden
zijn niet correct ingedrukt (hendel met persoon
aanwezig).
Druk de 2 knoppen onder het stuur volledig in
(hendel met persoon aanwezig)
De bodemhelling is te hoog.
De batterijen zijn leeg.
Laad de batterijen.
7.10.3. DE BORSTEL DRAAIT NIET
De borstel motor schakelaar is niet geselecteerd.
Druk op de knop voor het activeren van de borstels.
De borstelmotor thermische onderbreker staat
aan; de motor is oververhit.
Oplossen van de oorzaak (koorden of vergelijk-
bare objecten die borstel blokkeren, oppervlakte
te ruw, enz.)
De motor is defect
Vervangen.
7.10.4. NIET GENOEG OF TE VEEL
REINIGINGSMIDDEl
De reinigingsmiddel tank is leeg.
Vul de tank met reinigingsmiddel volgens aange-
duid concentraat vermengd met water
De borstels draaien niet meer
Activeer de borstels.
Het ventiel watertoevoer staat dicht.
Aanpassen/vergroten zodat er voldoende reini-
gingsmiddel wordt toegevoegd.
De leiding reinigingsmiddel is verstopt op een
bepaald punt.
Reinig de leiding door verwijderen van het vuil.
Het ventiel watertoevoer is verbrand
Vervang het.
7.10.5. GEEN ZUIGKRACHT
De zuigslang is niet verbonden met de zuigmond.
Sluit de zuigslang correct aan.
De zuigslang of de zuigmond buis zijn verstopt.
Reinig de leidingen.
De zuiging motor is uitgeschakeld.
Activeren.
De vuilwatertank is vol.
Leegmaken.
De zuigmotor krijgt geen elektrische stroom of
wordt verbrand.
Controleer de aansluitingen en, voor het laatste
geval, vervang de motor.
7.10.6. ONVOLDOENDE ZUIGKRACHT
Het tankdeksel is niet perfect gesloten.
Sluit het correct.
De zuigslang, de zuigmond leiding of de controle
compartiment is verstopt.
Reinig eventuele belemmeringen van de leidingen.
De zuigslang, de zuigmond leiding of de controle
compartiment is verstopt.
Verwijder eventuele belemmeringen uit de lei-
dingen.
7.10.7. DE BORSTEL- OF DE ZUIGMOTOR BLIJFT
IN WERKING
De relay schakelaar is defect.
Stoppen van de machine en het loskoppelen van
de batterijstekker en neem contact op met de
technische dienst.
7.10.8. DE ZUIGSTRIPS ZIJN NIET SCHOON OF
DROGEN NIET EFFICIËNT
De zuigstrips rubbers zijn versleten of slepen vuil
voort.
125