▪
De buitendiameter en dikte van het inzetgereedschap moeten overeenstemmen
met de afmetingen van uw elektrisch gereedschap. Onjuist gedimensioneerd
inzetgereedschap kan niet voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd.
▪
Slijpschijven, flenzen of andere accessoires moeten precies passen op de slijpspil
van uw elektrisch gereedschap. Inzetgereedschap dat niet precies op de slijpspil
van het elektrisch gereedschap past, zal ongelijkmatig draaien, zeer sterk trillen
en kan leiden tot verlies van controle.
▪
Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer voor elk gebruik
inleggereedschap, zoals slijpschijven, op afschilfering en barsten. Als het
elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap omvalt, controleer dan of het
beschadigd is of gebruik een onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer u het
inzetgereedschap gecontroleerd en gebruikt hebt, houdt u zichzelf en personen in
de buurt uit het werkgebied van het draaiende inzetgereedschap en laat u het
gereedschap gedurende één minuut op maximumsnelheid draaien. Beschadigde
inzetgereedschappen breken gewoonlijk tijdens deze testtijd.
▪
Houd andere mensen op een veilige afstand van uw werkgebied. Iedereen die de
werkruimte betreedt, moet persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kunnen wegvliegen
en verwondingen veroorzaken, zelfs buiten het directe werkgebied.
▪
Houd het apparaat alleen bij de geïsoleerde grijpvlakken vast bij werkzaamheden
waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomkabels of de eigen netkabel kan
raken. Contact met een onder spanning staande leiding kan ook metalen
onderdelen van het toestel onder spanning zetten en een elektrische schok
veroorzaken.
▪
Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het inzetgereedschap volledig
tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact komen
met het opslagoppervlak, waardoor u de controle over het elektrische
gereedschap kunt verliezen.
▪
Laat het elektrische apparaat niet draaien terwijl u het draagt. Uw kleding kan
gegrepen worden door onbedoeld contact met het draaiende inzetgereedschap
en letsel veroorzaken.
▪
Maak de ventilatiesleuven van uw elektrisch gereedschap regelmatig schoon. De
motorventilator zuigt stof aan in de behuizing en een zware opeenhoping van
metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken.
▪
Gebruik het elektrische apparaat niet in de buurt van ontvlambare materialen.
Vonken kunnen deze materialen doen ontbranden.
▪
Gebruik geen insteekgereedschap dat vloeibare koelvloeistof nodig heeft. Het
gebruik van water of andere vloeibare koelmiddelen kan elektrische schokken
veroorzaken.
21