Gebruik
Wordt voor het gebruik van de ketting vol-
doende vertrouwd met de zaagtechniek
ervan. Instructies vindt u in de vakliteratuur.
We raden u aan bijscholing te volgen. De hier
vernoemde instructies zijn ter aanvulling!
Correcte houding
GEVAAR! Risico op letsels! Werk
nooit op instabiele ondergronden!
Werk nooit boven schouderhoogte!
Werk nooit op een ladder!
Werk nooit gebogen!
Het toestel enkel gebruiken bij gun-
stige weers- en grondomstandighe-
den!
– Sta met beide benen stevig op de grond.
– Let op hindernissen in de werkomgeving.
Houd het toestel vast:
– uitgebalanceerd in een stevige houding.
Zo zaagt u op de juiste manier.
GEVAAR! Risico op letsels! Scha-
kel de motor steeds uit voordat u het
apparaat weglegt!
• Onderzoek de werkzone op storende
voorwerpen en verwijder deze.
• Voor het beginnen met werken moet u de
veiligheid van het toestel controleren
(► Kijk het apparaat na voor elk
gebruik! – p. 158).
Risico op terugslag!
WAARSCHUWING! Risico op let-
sels! Het splijtmes moeten tijdens het
gebruik altijd gemonteerd zijn.
Terugslaat ontstaat wanneer de bovenzijde of
top van de zaag in contact komt met hout of
andere voorwerpen. Het toestel wordt daarbij
met hoge energie naar de gebruiker geslin-
gerd, dit kan leiden tot ernstige letsels.
Door de vorm van de splijtwig (1) is een
gevaarlijke terugslag zo goed als uitgesloten.
Basiswerktechniek
GEVAAR! Risico op letsels! Dit
hoofdstuk behandelt de basiswerk-
techniek voor de omgang met het toe-
stel. De hier gegeven informatie ver-
vangt in geen geval de jarenlange
opleiding en ervaring van een vak-
man.
Vermijd elk werk waarvoor u onvol-
doende bent gekwalificeerd. Een
onvoorzichtige omgang met het toe-
stel kan leiden tot ernstige letsels of
kan zelfs de dood als gevolg hebben!
– Breng het zaagblad op volle snelheid in
de zaagsnede.
– Plaats de aanslag (14) en gebruik deze
als draaipunt.
– Voer het zaagblad volledig door het hout.
– Snij de takken een voor een.
Voor elke toepassing
1. De handbescherming op schade contro-
leren.
2. Inschakelvergrendeling en startknop con-
troleren op foutloze werking.
3. Controleer of alle handgrepen vrij van olie
zijn.
4. Controleer of alle onderdelen van het toe-
stel beschikbaar, vast gemonteerd en
onbeschadigd zijn.
5. Controleer de kettingspanning.
Verwijderen van takken
• Werk steeds op de tegenoverliggende
kant van de tak die u wilt zagen.
• Begin onderaan de stam en werk zo naar
boven.
• Leid de zaag steeds van boven naar
onder door het hout.
Bij het ontdoen van de takken van liggende
stammen, altijd eerst de vrije takken afzagen.
Steuntakken pas afzagen als de stam in leng-
tes is gezaagd.
GEVAAR! Risico op letsels! Tak-
ken die ergens op rusten of onder
spanning staan, kunnen de zaagket-
ting vastzetten in het hout!
Reiniging en onderhoud
GEVAAR! Risico op letsels! Voor
elk onderhoud en/of reiniging:
– Accu verwijderen.
– Laat het toestel afkoelen.
NL
159