8
Selecteer in de vervolgkeuzelijst
[Afdrukken op Pagina's] de pagina
van het document waarop u de overlay
wilt afdrukken.
9
Klik op [OK].
10
Selecteer in de lijst
[Gedefinieerde overlays] de overlay
die u wilt gebruiken en klik vervolgens
op [Toevoegen].
11
Klik op [OK].
12
Klik op [OK] om het dialoogvenster
voor het instellen van het afdrukken te
sluiten.
13
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
14
Start het afdrukken via het
dialoogvenster om af te drukken.
Meer info
●
"Configuration Tool" op p.
96.
Afdrukgegevens opslaan
U kunt afdrukgegevens opslaan op de SD-
geheugenkaart die in de printer is geïnstalleerd
en deze wanneer nodig afdrukken vanaf het
bedieningspaneel door een wachtwoord in te
voeren.
Opmerking
● Als de in de wachtrij geplaatste gegevens niet op de SD-
geheugenkaart kunnen worden opgeslagen doordat er
te weinig geheugenruimte is, verschijnt een bericht dat
aangeeft dat de gegevens ongeldig zijn.
● Deze functie is niet beschikbaar voor de XPS-printerdriver
voor Windows en de PS-printerdriver voor Mac OS X.
Voor PCL-printerdriver voor
Windows
1
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2
In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3
Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4
Klik op het tabblad [Taakopties].
5
Schakel het selectievakje
[Opslaan op SD] in.
6
Voer in het vak [Taaknaam]
een taaknaam in, en in het vak
[Taak wachtwoord:] een wachtwoord.
Als u het selectievakje
[Vraag taaknaam voor iedere afdruktaak]
inschakelt, wordt u gevraagd de taaknaam in
te voeren wanneer u de taak verzendt naar de
printer.
7
Klik op [OK].
8
Configureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
De afdruktaak wordt verzonden naar de printer
maar wordt niet afgedrukt.
9
Druk op de toets <Fn>.
Memo
● Wanneer de printer in de energiespaarstand
staat, drukt u op de knop <POWER SAVE
(ENERGIESPAARSTAND)> om de printer uit deze
stand te halen.
10
Voer <0>, <0> en <2> in met behulp
van het toetsenblok met tien toetsen en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
- 43 -
1