Communicatie coderen via
IPSec
U kunt de communicatie tussen uw computer en
de printer coderen.
De communicatie wordt gecodeerd via
IPSec. Wanneer IPSec ingeschakeld is, wordt
codering toegepast voor alle toepassingen die
gebruikmaken van IP-protocollen.
U kunt maximaal 50 hosts en de bijbehorende
IP-adressen opgeven. Wanneer een host die niet
geregistreerd is, toegang probeert te krijgen
tot de printer, wordt de toegang geweigerd.
Wanneer u probeert toegang te krijgen vanaf
een host die niet geregistreerd is, is de poging
ongeldig.
Zorg ervoor dat de printer geconfigureerd is
voordat u uw computer configureert.
Memo
● U moet een vooraf gedeelde sleutel klaar hebben op
voorhand.
Uw printer configureren
Om IPSec in te schakelen, moet de printer eerst
worden geconfigureerd vanaf de webpagina.
Opmerking
● Wanneer u IPSec inschakelt, wordt communicatie met een
host die niet in deze procedure opgegeven is, geweigerd.
Memo
● Zorg ervoor dat u de waarden noteert die u opgeeft in
deze stappen. Deze zijn nodig bij het configureren van de
IPSec-instellingen op uw computer.
1
Ga naar de webpagina voor de printer en
log in als beheerder.
2
Selecteer [Beheerdersinst.].
3
Selecteer [Netwerk instellingen] >
[Security] > [IPSec].
4
Volg de instructies op het scherm om
gedetailleerde instellingen op te geven.
Memo
● [ESP] of [AH] moet ingeschakeld zijn in de
configuratie voor "Phase2 Proposal" (Fase
2-voorstel).
5
Klik op [Verzenden].
De netwerkkaart start opnieuw op om de nieuwe
instellingen van kracht te laten worden.
Opmerking
● Als u IPSec niet kon instellen als gevolg van een
inconsistentie tussen de parameters die zijn opgegeven,
kunt u de webpagina niet openen. In dat geval schakelt
Netwerkinstellingen wijzigen vanaf de webpagina
u IPSec uit vanaf het bedieningspaneel van de printer of
initialiseert u de netwerkinstellingen.
Uw printer configureren
Memo
● Zorg ervoor dat de printer geconfigureerd is voordat u uw
computer configureert.
1
Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Configuratiescherm] >
[Systeembeheer].
2
Dubbelklik op [Lokaal
beveiligingsbeleid].
3
In het venster [Lokaal
beveiligingsbeleid] klikt u op [IP-
beveiligingsbeleid op lokale
computer].
4
In het menu [Actie] selecteert u
[IP-beveiligingsbeleid maken].
5
In de [Wizard IP-beveiligingsbeleid]
klikt u op [Weiter].
6
Voer een naam in bij [Naam] en een
beschrijving bij [Beschrijving], en klik
vervolgens op [Weiter].
7
Schakel het selectievakje [De
standaardantwoordregel activeren
(alleen eerdere versies van
Windows)] uit en klik vervolgens op
[Weiter].
8
Selecteer [Eigenschappen bewerken]
en klik vervolgens op [Voltooien].
9
In het venster met eigenschappen voor
het IP-beveiligingsbeleid klikt u op het
tabblad [Algemeen].
10
Klik op [Instellingen].
11
In het venster [Instellingen voor
sleuteluitwisseling] voert u een
waarde (minuten) in bij [Een nieuwe
sleutel verifiëren en genereren na
elke].
Opmerking
● Geef dezelfde waarde op als de waarde die
opgegeven is voor [Levensduur] in de configuratie
voor "Phase1 Proposal" (Fase 1- voorstel) in
printer configureren" op
voor [Levensduur] opgegeven is in seconden, voert
u een waarde in minuten in voor deze stap.
- 149 -
"Uw
p.149. Hoewel de waarde
5