4
Werking
Bediening
* Bepaalde bedieningsfuncties zijn afhankelijk van het type binnenunit niet beschikbaar.
Room A
Koelen
Functie
Veranderen van de ventilatorsnelheid
* De beschikbare snelheden verschillen afhankelijk van de aangesloten binnenunit.
12:00
Ventil.snelheid
1
Druk op de [
werking te starten.
2
Druk op de "
toets om een bedieningsfunctie te kiezen.
De bedieningsfunctie verandert door iedere
druk op de toets als volgt.
Automat.
3
Druk op de [
werking te stoppen.
1
Druk op de "
[
F2] toets om de ventilatorsnelheid te
kiezen.
De ventilatorsnelheid verandert
achtereenvolgend door iedere druk op de toets.
Automat.
Bij gebruik van de afstandsbediening met een
binnenunit die 5 snelheden heeft, zal door
iedere druk op de "
[
F2] toets de ventilatorsnelheid veranderen.
Automat.
Laag
" verschijnt op het display indien de
"
aangesloten binnenunit geen verschillende
ventilatorsnelheid heeft.
"
" is niet beschikbaar wanneer "Circulat."
als bedieningsfunctie is gekozen.
– 7 –
AAN/UIT] toets om de
Functie" [
Functie
Verwarmen
Drogen
Koelen
AAN/UIT] toets om de
Ventil.snelheid"
Ventil.snelheid
Hoog
Medium
Ventil.snelheid"
Ventil.snelheid
Hoog
Laag +
Handleiding
F1]
Circulat.
Laag
Medium +
Medium