Pagina 2
Diabecare DANA Gebruikershandleiding systeem...
Pagina 3
Sooil Development Co.,Ltd. 62, Yonggu-dearo 2325beon-gil, Giheung-gu, Yongin-si, Gyeonggi-do, 16922, Republic of Korea Tel: 82-2-3463-0041 Fax: 82-2-3463-7707 E-mail: sooil@sooil.com www.sooil.com/eng/ MT Promedt Consulting GmbH Altenhofstrasse 80, 66386 St. Ingbert, Duitsland Tel: 49-6894-851020 Lokale distributeur / pompspecialist Nederland – Belgie – Luxemburg...
Pagina 4
Bulgarije Krasimir Kozhuharov Italië Global MED LTD Sede di Napoli Sofia 1606/Bulgarije Via Brecce a S. Erasmo, 114 18 Ami Bue str. 80146 Napoli/Italië Mobiel: +359 88 4 607 700 Telefoon: +39 0815621164 (int. 759) Tsjechische republiek Litouwen MTE spol. s r.o., Zemaites 21 Hybešova 43, 03118 Vilnius/Litouwen...
➢ Patiëntscholing .................. 16 Over Profesionele Modus ..............16 ➢ De insulinepomp programmeren ........18 Structuur van het DIABECARE DANA-i menu ......... 18 ➢ De tijd instellen ................. 19 Basale afgiftesnelheden instellen ............21 Beschrijving van Basale grafiek: ............22 ➢...
Pagina 6
Lengte van verbindingsschroef instellen met Auto Setter ......35 Gebruik van de DANA Auto Setter: ............36 ➢ Het reservoir in de insulinepomp schuiven ..........37 De infusieset aansluiten op de insulinepomp ......... 38 Hervullen ..................39 De slangen van de infusieset voorvullen ..........40 Procedure VOORVULLEN: ..............
Pagina 7
Verlengde bolus analyseren ..............70 ➢ Verlengde bolus stoppen ..............70 ➢ Bolus in Twee stappen ............... 71 Twee staps bolus starten ..............71 ➢ Twee staps bolus stoppen ..............72 ➢ Alarme, fouten en waarschuwingen ....... 73 ALARM-bericht .................. 74 ➢...
1. Inleiding 1.1 Inleiding Diabecare DANA-i insulinepomp De hier genoemde Diabecare DANA-i insulinepomp wordt in de handleiding aangeduid als 'insulinepomp'. Waarschuwing Het Diabecare DANA-i-systeem mag uitsluitend worden gebruikt door patiënten die een training hebben ontvangen van een gecertificeerde diabetesconsultant en/of insulinepomptrainer en op voorschrift van een arts.
1.3 Indicaties voor gebruik De Diabecare DANA-i insulinepomp is bedoeld voor het subcutaan toedienen van insuline, met ingestelde en variabele hoeveelheden, ter beheersing van diabetes mellitus bij mensen die insulinetoediening nodig hebben. De pomp kan betrouwbaar en beveiligd communiceren met compatibele, digitaal verbonden apparaten, inclusief geautomatiseerde insulinedoseringssoftware, voor het ontvangen, uitvoeren en bevestigen van commando's vanaf deze apparaten.
Patiënten mogen de behuizing van de pomp niet openen en geen interne onderdelen vastpakken. De Diabecare DANA-i insulinepomp is bedoeld voor gebruik met een gepatenteerde infusieset, reservoir en andere accessoires zoals in deze handleiding zijn weergegeven. Gebruik deze pomp NIET met willekeurige andere infusiesystemen of accessoires.
Pagina 12
10. Vermijd beschadigingen door stoten, zoals laten vallen. Als er schade aan de pomp of aan de accessoires bekend is, moet u contact opnemen met een zorgverlener of met de technische ondersteuning van de lokale distributeur van de insulinepomp. 11. Als er problemen optreden met een onderdeel van het systeem, schakelt u de insulinepomp uit door de batterij te verwijderen en neemt u contact op met een zorgverlener of een insulinepomptrainer.
2. Beginnen Om de Diabecare DANA-i insulinepomp goed te kunnen gebruiken, zijn aanvullende accessoires en andere componenten noodzakelijk. ➢ Componenten van het Diabecare DANA-i-systeem Insulinepomp (1EA) DANA Auto Setter (1EA) Reservoirdop (2EA) Batterijdeksel (2EA) Verbindingsschroef 1/2AA batterij (2EA) (2EA) Handleiding (1EA)
2.1 De DANA insulinepomp leren kennen ➢ Diabecare DANA-i insulinepomp 1. Reservoirdop Het reservoir en de verbindingsschroef worden in dit compartiment ingeschoven. Draai de reservoirdop ¼-slag rechtsom om te openen. 2. Batterijdeksel De batterij wordt in dit compartiment geïnstalleerd. Draai het batterijdeksel ¼-slag rechtsom om te openen.
2.2 Een batterij installeren 1. Open het batterijdeksel door deze 45 graden rechtsom te draaien. Tip Gebruik een muntstuk om de batterijdop gemakkelijk te kunnen draaien. 2. Plaats de alkaline AAA-batterij (+) bovenaan en (-) onderaan (in de pomp). 3. Plaats de batterijdop terug op één lijn met de bevestigingsnokken.
Pagina 16
Voor een nauwkeurige aflezing van de resterende batterijlading moet u het ⚫ batterijdisplay controleren na het afleveren van een bolus. Opmerking De Diabecare DANA-i insulinepomp wordt gevoed door een externe batterij. Opmerking SOOIL adviseert het gebruik van ‘Duracell Gold’ alkaline AAA batterijen of Energizer Advanced’ alkaline AAA batterijen.
2.3 Displayscherm ➢ Start-scherm Het Startscherm is de eerste menuweergave. Toegang door een willekeurige toets te drukken. Huidige datum en tijd Optie 12/24 voor systeemtijd beschikbaar Maand/dag/jaar hh:mm am/pm Raadpleeg 3.1 Tijd en datum instellen Opmerking Als de tijd wordt ingesteld op ‘12’, wordt “AM/PM”...
Pagina 18
Knopvergrendeling Wordt op het scherm weergegeven als dit is vergrendeld. Raadpleeg 6.3 Knopvergrendeling Resterend insulinevolume Weergave van het insulinevolume in het reservoir. Opmerking De indicator reservoir laag gaat knipperen als het resterende insulinevolume laag is. Raadpleeg hoofdstuk 7. Alarmen en foutberichten.
➢ Modus afstandsbediening Modus afstandsbediening Als het compatibele apparaat (bijv. mobiele toepassingen) verbonden is met de pomp, wordt het pompscherm weergegeven zoals getoond in de afbeelding. In deze toestand werkt de knop van de pomp niet. Voorzichtig Als het volgende scherm wordt weergegeven zelfs als u geen verbinding wilt maken met een compatibel apparaat, moet u ontkoppelen door een...
2.4 Patië ntscholing Een training wordt voor elke gebruiker van een insulinepomp aanbevolen. Aan het begin van een insulinepomptherapie moet de patiënt dagelijks in contact staan met de pomptrainer en/of een zorgverlener. Bezoek uw endocrinoloog, diabetoloog of praktijkverpleegkundige binnen 3-7 dagen.
Pagina 21
Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
3. De insulinepomp programmeren ➢ Structuur van het DIABECARE DANA-i menu Waarschuwing Volg de training en adviezen van pompspecialist, zorgverlener en gecertificeerde insulinepomptrainer wanneer u de eerste instellingen invoert. Onjuiste instellingen kunnen ernstig letsel veroorzaken.
Nieuw-Zeeland Opmerking Voor het wijzigen naar 12-uurs of 24-uurs klokformaat raadpleegt u 3.4 Gebruikersopties instellen. Opmerking De Diabecare DANA-i insulinepomp is voorzien van UTC-tijd. Het instellen van de datum en de tijd kan alleen worden uitgevoerd in de Profesionele Modus.
Pagina 24
Opmerking De TIJDZONE moet mogelijk worden aangepast als u naar een andere tijdzone reist. Het instellen van de correcte datum en tijd is belangrijk voor een nauwkeurige basale insulinelevering en voor het bijhouden van een accuraat logboek van alle pompfuncties. Waarschuwing Als de batterij langdurig uit de pomp verwijderd...
3.2 Basale afgiftesnelheden instellen De basale instellingen moeten worden geprogrammeerd voordat de insulinepomp wordt gebruikt. Basale insuline is noodzakelijk voor het in stand houden van een ideale bloedglucosespiegel tijdens vasten. Basale insuline-infusiehoeveelheden zijn specifiek voor individuele patiënten. Er zijn 24 uurlijkse afgiftehoeveelheden per dag, die kunnen worden verhoogd of verlaagd afhankelijk van de persoonlijke insulineresistentie en andere factoren.
➢ Beschrijving van Basale grafiek: ① Basale afgiftesnelheid grafiek per uur De grafiek bestaat uit 24 balken, waarbij elke balk overeenkomt met elke uurlijkse basale afgiftesnelheid. In de grafiek zijn deze balken aangegeven met 00 t/m 24 (12:00 AM). Als een specifieke tijdsperiode wordt geselecteerd, wijzigt de kleur van de betreffende balk naar zwart.
➢ Basale afgiftesnelheden instellen: 1. Scroll door het HOOFDMENU en selecteer BASAAL met 2. Selecteer BASAAL BEWERKEN en druk op 3. Het huidige Basale profiel wordt wordt weergegeven, bevestig de selectie met 4. De scherm Basaal bewerken wordt weergegeven. De standaard tijd is 00-01. 5.
Pagina 28
6. Gebruik de om de eind tijd aan te passen. Druk op om naar de Basale afgiftesnelheid te gaan. 7. Gebruik de knoppen om Basale afgiftesnelheid aan te passen voor de geselecteerde tijd. Druk op om de basale afgiftesnelheid op te slaan of druk op de knop om naar de starttijd te gaan (stap 5).
3.3 Basale afgiftesnelheid weergeven Basale afgiftesnelheid weergeven wordt gebruikt om de tijdsspecifieke instellingen van het huidige profiel weer te geven. 1. Selecteer BASALE AFGIFTESNELHEID WEERGEVEN in het submenu van BASAAL en druk op 2. De letter van het huidige Basale profiel wordt wordt weergegeven, bevestig de selectie met 3.
3.4 Gebruikersopties instellen De gebruiker kan de instellingen voor het pompgebruik wijzigen via de Gebruikersoptie. 1. Selecteer OPTIE in het hoofdmenu en druk op 2. Selecteer GEBRU. OPTIES in het submenu OPTIE en druk op 3. Gebruik de knoppen om de gebruikersoptie in te stellen.
➢ Gebruikersopties 1. TIJDWEERGAVE Stel de klokweergave in op 12 uur of 24 uur. 2. KNOPSCROLLEN Indien AAN kunt u door het indrukken van de knoppen de waarde snel wijzigen. 3. PIEPTOON Met toetspieptoon AAN/UIT kunt u een geluid inschakelen wanneer knoppen worden ingedrukt.
8. GLUCOSE EENH. Stel de eenheid voor glucoseresultaten in tussen ML (mmol/l) of MG (mg/dl). Waarschuwing Het gebruik van de verkeerde eenheid kan leiden tot misinterpretatie van de glucoseresultaten. 9. UITZETTEN Dit betreft een veiligheidsinstelling, waarbij de pomp stopt met leveren en er een alarm wordt geactiveerd als er na de ingestelde tijd (0 –...
Pagina 33
➢ Gebruikersopties 12. CANULE VOLUME: De canule met zachte naald is voorzien van een vooraf bepaald volume, dat voorafgaand aan aflevering moet worden gevuld met insuline. Stel hier het vereiste volume vooraf in voor de specifieke gebruikte canule. (Raadpleeg 10.3 Voorvulvolume van infusiesets) 13.
3.5 Schermaanvullende informatie Het scherm Aanvullende informatie biedt een snel overzicht van: Actieve insuline van een vorige bolus. ⚫ Informatie over verlengde bolus (indien actief). ⚫ De meest recente informatie over aflevering van bolus, inclusief het aantal ⚫ verstreken minuten sinds de bolus en het volume van de bolus. 1.
Pagina 35
Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
4. Insuline in de pomp laden 4.1 Voorbereiding Het laden en hervullen van de insulinepomp met insuline is een technisch proces waarbij medicatie (insuline) en steriele componenten zijn betrokken. Het volgende wordt aanbevolen: Haal de insuline-ampul uit de koelkast en laat deze op kamertemperatuur komen ⚫...
Het reservoirmet insuline vullen 1. Verwijder de ronde dop aan het achtereinde van de reservoirplunjer en gooi deze weg. Een kleine, witte reservoirdop moet uit de plunjer worden verwijderd – bewaar deze dop voor later gebruik. Trek de plunjer terug tot aan de lijn met de markering 3 ml.
Pagina 38
5. Reinig het deksel van de insuline- ampul met een alcoholstaafje. Verwijder zorgvuldig de transparante naaldbeschermer en zuig de gewenste hoeveelheid insuline op. 6. Plaats de transparante naaldbeschermer terug op de naald. Tik voorzichtig op het reservoir met uw vinger om de luchtbellen naar de bovenzijde van het reservoir te brengen.
4.3 Lengte van verbindingsschroef instellen met Auto Setter De DANA Auto Setter is bedoeld voor het instellen van de lengte van de verbindingsschroef, het meten van de hoeveelheid insuline in het reservoir en het verzenden van deze gegevens naar pomp via de draadloze communicatie. DANA Auto Setter Een batterij in de Auto Setter plaatsen Open het batterijvak.
➢ Gebruik van de DANA Auto Setter: 1. Draai de verbindingsschroef zover los tot de schachtkap wordt bedekt door het kopgedeelte (blauwe onderdeel). Dit is belangrijk voor het nauwkeurig instellen van de lengte. 2. Plaats een reservoir gevuld met insuline in de DANA Auto Setter en schakel deze in door op de knop te drukken.
4.4 Het reservoir in de insulinepomp schuiven 1. Schuif het reservoir met verbindingsschroef in de insulinepomp zoals afgebeeld. TIP! Draai het reservoir tijdens het inschuiven over 45 graden totdat de inkeping aan de zijkant van het reservoir op zijn plaats in de pomp schuift. Laat het reservoir en de verbindingsschroef voorzichtig op hun plaats zakken.
4.5 De infusieset aansluiten op de insulinepomp Bevestig de slang van de infusieset linksom in het reservoirgedeelte totdat deze stevig op zijn plaats vastzit. TIP! Voor de DANA insulinepomp wordt een gepatenteerde LH (links) Luer-aansluiting tussen de insulinepomp en de slang van de infusieset gebruikt.
4.6 Hervullen Via de invoer van de hervulhoeveelheid weet de pomp exact wat de insulinehoeveelheid is. 1. Ga naar HERVULLEN, druk op 2. Selecteer het menu HERVULLEN, druk op 3. Stel de insulinehoeveelheid rechtstreeks in met de knoppen + en -. 4.
4.7 De slangen van de infusieset voorvullen Vul elke nieuwe infusiesetslang vóór om de lucht uit de slangen te verwijderen. Controleer visueel dat alle luchtbellen uit de slangen van de infusieset zijn verwijderd. Controleer na het hervullen of Basaal actief is en correct werkt. Waarschuwing Het is van belang om de slang adequaat voor te vullen en om te controleren dat alle lucht uit het systeem is verwijderd.
➢ Procedure VOORVULLEN: 1. Selecteer HERVUL in het hoofdmenu en druk 2. Selecteer VOORVULLEN in het submenu HERVULLEN en druk op 3. Druk in het menu VOORVULLEN op om te starten. Waarschuwing Het is zeer gevaarlijk om te starten met Voorvullen als de infusieset nog verbonden is met het lichaam.
Pagina 46
6. Het scherm VOORVULLEN geeft het geleverde insulinevolume weer. Opmerking Tijdens VOORVULLEN kan de pomp mogelijk een PIEPTOON of TRILLING weergeven na elke voorgevulde eenheid insuline. 7. Zodra er druppels insuline verschijnen bij het uiteinde van de slang, drukt u op om te pauzeren.
4.8 De canulevoorvullen Bij gebruik van een infusieset met een zachte naald/canule moet, na het voorvullen van de slang, voor het holle gedeelte binnen de canule de procedure CANULE VOORVULLEN worden uitgevoerd. 1. Nadat de canule in het lichaam is ingebracht (volgens de instructies voor de canule), sluit u de slang van de infusieset aan op de infusieset als de slang volledig is ontlucht.
Pagina 48
5. Druk op om te bevestigen. 6. Het scherm VOORVULLEN CANULE geeft de aflevering weer. Opmerking Het vulvolume voor de canule wordt ingesteld in het menu GEBRUIKERSOPTIES. De vulhoeveelheid voor de canule kan worden ingesteld tussen 0,1 – 0,9 eenheden. Lees de instructies voor de canule om de individuele vereisten voor het vullen te bepalen.
4.9 De pomp opnieuw laden De hierboven genoemde instructies uit 4.1 Voorbereiding bieden details voor het laden van de insulinepomp. Na het gebruik en voor het laden is het noodzakelijk om het oude reservoir te verwijderen door het reservoirgedeelte te openen. 1.
➢ Verbinding van pomp en reservoir Hierna wordt de verbinding van de pomp met het reservoir door middel van de verbindingsschroef beschreven. Verbinding succesvol Verbinding mislukt Als na een nieuwe hervulling de Als de verbindingsschroef te kort slang correct door de is, grijpt deze niet vast in de insulinepomp wordt voorgevuld motor en kan er geen insuline...
4.10 De infusieset inbrengen Raadpleeg de instructies voor de specifieke instructies die u (de patiënt) gebruikt. Elke infusieset/canule bestaat uit verschillende materialen, waarbij sommige zijn voorzien van automatische inbrenghulpmiddelen ter ondersteuning bij het inbrengen van de canule. Tevens wordt aanbevolen om de canule/infusiesets worden ingebracht na een warme douche.
➢ Aanbevolen inbrenglocaties Het wordt aanbevolen om de inbrenglocaties van de infusieset cyclisch te wisselen om huidbeschadiging te minimaliseren en te zorgen voor langere genezingstijden. Vraag een zorgverlener naar het wisselen van infusielocaties. Aanbevolen wordt om te wisselen tussen 4 verschillende gebieden op het lichaam – met elke plek ongeveer ter grootte van een handpalm.
5. Een bolus afleveren De DANA insulinepomp kan een bolus insuline afleveren met gebruik van verschillende door de gebruiker ingevoerde parameters waarmee het volume van de bolus wordt berekend. ➢ Parameter bolussberekening Bolus Stap (snel): De standaard bolussoptie kan worden berekend uit: ⚫...
➢ Dire soorten bolus Na het selecteren van een van de opties op de vorige pagina voor het berekenen van de vereiste dosering kan de DANA insulinepomp drie soorten bolus leveren: Nadat een voorgestelde bolusshoeveelheid wordt weergeven, drukt u op om het bolusstype te selecteren: Stap bolus (raadpleeg hoofdstuk 5.1)
5.1 Bolus (Snelle bolus) Deze bolus kan worden gebruikt voor verwerking van de koolhydraten in een maaltijd of een snack. ➢ Een levering van een (snelle) bolus starten 1. Selecteer BOLUS in het submenu BOLUS en druk 2. Stel het aantal grammen koolhydraten in met .
5. Het scherm INSULINE AFGIFTE wordt weergegeven tijdens het afleveren, waarbij de motor hoorbaar is terwijl de bolus wordt afgeleverd. Opmerking De insulinepomp geeft een pieptoon of een trilling bij elke 1,0 eenheid tijdens het afleveren van een bolus. 6. Nadat de BOLUS is voltooid, wordt het bericht GELEVERDE BOLUS weergegeven met vermelding van de hoeveelheid van de BOLUS.
5.2 Boluscalculator (slimme bolus): Bij dit type bolus wordt een schatting berekend van de benodigde insuline voor een correctie-bolus en/of een voedsel-bolus, waarbij de voorgestelde dosis ter compensatie voor resterende actieve insuline van vorige bolusen wordt bijgesteld. 1. Selecteer BLOEDGLUCOSESPIEGEL BOLUSCALCULATOR in het HOOFDMENU met de knop 2.
Pagina 58
4. Start de BOLUS met de knop In het scherm van de BOLUS worden de volgende waarden weergegeven. Is de bolus voor aanpassing van de glucosewaarde = (IDEAAL BG)/CF Is de bolus voor verwerking van de opname van koolhydraten in de maaltijd = KOOLH/KHI Is de berekende resterende ACTIEVE INSULINE van vorige bolusen.
5.3 Bolus instellingen Via het menu Instellingen bolus kunnen alle bolussfuncties in de insulinepomp persoonlijk worden ingesteld. 1. Selecteer BOLUS INST. in het menu BOLUS en druk op 2. Het menu Bolus instellingen wordt weergeven 3. Druk op de knoppen voor wijziging van de BOLUS INST.
➢ Bolus instellingen 1. KHI/CF-INST. Selecteer KHI of CF Druk knop (correctiefactor) aan te passen of druk op de knop (verhouding koolhydraten/insuline) aan te passen. In de opties KHI of CF moet de verhouding voor elk uurvak 00-01, 01-02, 02-03 enz. t/m 23- 24 worden aangepast.
➢ Bolus instellingen 2. TWEE STAPS/VERLENGDE BOLUS Kies tussen verlengde en dubbele bolus AAN/UIT. 3. BOLUS CALCULATOR Instellen van KOOLH, EENHEID of BEIDE KOOLH = invoer van grammen koolhydraten EENHEID = invoer van aanpassingseenheden BEIDE = voor beide opties wordt een invoervenster weergegeven 4.
➢ Voorinstelling bolus De waarde van een vooringestelde bolus is een standaardwaarde die als eerste wordt weergegeven in het menu bolus. Stel de grootte in van de bolus voor ontbijt, lunch en avondeten als optie in het menu Instellingen bolus. Vooringestelde bolusen kunnen voor de volgende tijdsperioden worden ingesteld.
6. Geavanceerde functies in de pomp 6.1 Tijdelijke basale afgiftesnelheden De functie tijdelijke basale afgiftesnelheid is nuttig voor het beheersen van bloedglucosespiegels tijdens onverwachte en ongebruikelijke kortdurende activiteiten (zoals sport of oefeningen) of bij ziekte of stress. Met deze functie kunnen tijdelijke wijzigingen worden uitgevoerd, waarna automatisch wordt teruggeschakeld naar de gebruikelijke afgiftelsnelheden.
➢ Tijdelijke basale afgiftesnelheden analyseren tijdens bedrijf 1. Een knipperende op het startscherm geeft aan dat een tijdelijke afgiftesnellheid actief is. 2. Selecteer TIJDEL. BASAAL in het HOOFD MENU. 3. TIJDEL. BASAAL wordt weergegeven. ① De tijd dat de tijdelijke afgiftehoeveelheid actief is geweest ②...
➢ Een tijdelijke basale afgiftesnelheid stoppen 1. Selecteer TIJDEL. BASAAL in het HOOFD MENU. 2. Het scherm TIJDEL. STATUS wordt weergegeven; druk op om de TIJDELIJKE AFGIFTESNELHEID te STOPPEN. 3. Bevestig het TIJDEL. STOPPEN AFGIFTEHOEVEELHEID met Voorzichtig Raadpleeg een professionele zorgverlener, verpleegkundige of arts voor advies over tijdelijke basale afgiftesnelheden voordat u deze gebruikt.
6.2 Pauzeren Voor het pauzeren van de insulinepomp met de functie Pauzeren. De functie Pauzeren stopt alle insulineleveringen inclusief basaal en bolus. De functie Pauzeren moet worden uitgeschakeld om de basale levering of bolus te hervatten. 1. Selecteer PAUZE in het HOOFD MENU. 2.
6.3 Knopvergrendeling De functie Knopvergrendeling voorkomt onbedoelde knopbedieningen op de insulinepomp. Dit is met name nuttig voor: Pediatrische patiënten die hun pomp niet zelf kunnen programmeren. ⚫ Patiënten die slapen. ⚫ 1. Selecteer KNOP VERGRENDELING in het HOOFD MENU. 2. Het symbool KNOPVERGRENDELING wordt weergegeven in het Hoofdmenu.
6.4 Profiel wijzigen De bijgestelde basale afgiftehoeveelheden kunnen worden opgeslagen als 4 verschillende profielen. Deze zijn nuttig voor bijvoorbeeld sportdagen, ziektedagen of specifieke gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op uw insulinegevoeligheid. 1. Selecteer WIJZIGEN PROFIEL in het submenu BASAAL. 2. Selecteer het profiel dat moet worden geselecteerd 3.
6.5 GESCHIEDENIS: Weergave van de volledige pompgeschie denis De geschiedenis en het pompgeheugen kunnen worden weergegeven binnen de insulinepomp 1. Selecteer ANALYSEREN in het HOOFD MENU en selecteer daarna GESCHIEDENIS in het submenu ANAL YSEREN. 2. Gebruik om omhoog/omlaag te bladeren.
Pagina 70
3. GESCHIEDENISDAGELIJKS TOTAAL Geschiedenis van de afgeleverde totalen over de laatste 60 dagen. Weergegeven als datum met Basaal / Basaal +Bolus 4. GESCHIEDENIS HERVULLEN Geschiedenis van de datum, tijd en insulinevolume tijdens het vullen van de pomp 5. GESCHIEDENIS VOORVULLEN Geschiedenis van de datum, tijd en insulinevolume tijdens het vullen van de pomp Opmerking...
6.6 PRODUCTIE INFORMATIE Hier wordt het land weergegeven, waar de pomp na de productie oorspronkelijk naar is verstuurd. Tevens weergegeven wordt de productiedatum, het serienummer van de pomp en de geï nstalleerde firmware-versie. In het HOOFD MENU selecteert u het scherm ANALYSEREN en opent u daarna MODEL INFORMATIE in het submenu.
6.7 Vliegtuigmodus Diabecare DANA-i is ontworpen voor afstandsbesturing in combinatie met een smartphone-app. Hiervoor zendt het apparaat continu Bluetooth-signalen uit. Als het noodzakelijk is om elektronische signalen uit te schakelen, bijvoorbeeld in vliegtuigen, moet de Vliegtuigmodus worden ingeschakeld. 1. Selecteer OPTIE in het HOOFDMENU en selecteer daarna VLIEGTUIG MODUS in het submenu.
6.8 Verlengde bolus Verlengde of tweestaps bolus kan worden gebruikt voor: Maaltijden met langzame opname (hoog vetgehalte) bijv. pizza of lasagne ⚫ Insulinepompgebruikers die tevens andere aandoeningen hebben, zoals ⚫ gastroparese, waardoor de opname van koolhydraten wordt vertraagd. Raadpleeg een professionele zorgverlener voor deze aandoening en de behandeling.
➢ Verlengde bolus analyseren 1. Verlengde status weergeven startscherm. 2. Selecteer BOLUS in het HOOFD MENU Selecteer het pictogram Bolus in het submenu BOLUS. De drie types bolus worden weergegeven, selecteer Verlengd en druk op 3. Het menu VERL. BOLUS toont de huidige actieve Verlengde Bolus.
6.9 Bolus in Twee stappen Bolus in twee stappen levert een combinatie van een stapbolus gevolgd door een verlengde bolus. Een toedieningshoeveelheid met tweestapsbolus is nuttig bij maaltijden met een combinatie van snel en langzaam geabsorbeerde koolhydraten. ➢ Twee staps bolus starten 1.
➢ Twee staps bolus stoppen U kunt het verlengde gedeelte van een Dubbele bolus stoppen in het statusscherm van Verl. bolus. 1. De status van de Dubbele bolus wordt weergeven op het startscherm. 2. In het scherm status VERL. BOLUS drukt u op 3.
7. Alarme, fouten en waarschuwingen In dit hoofdstuk worden de alarm-, fout- en waarschuwingsberichten van de insulinepomp beschreven en hoe u deze kunt verhelpen. Type Bericht BATTERIJ LEEG RESERVOIR LEEG UITZETTEN BLOKKADE ALARM CONTROLE FOUT (Hoge prioriteit) ...
➢ ALARM-bericht BATTERIJ LEEG Het scherm Batterij bijna leeg wordt weergegeven als de batterijlading te laag is om de pomp aan te drijven en insuline te leveren. Oplossing: Demp het alarm door op een willekeurige knop te drukken en vervang de AAA- batterij zo snel mogelijk.
Pagina 79
➢ ALARM-bericht RESERVOIR LEEG Als het reservoirvolume gelijk is aan nul (0 eenheden), wordt de levering gestopt. Het afgebeelde scherm wordt getoond met een geluidsalarm. Oplossing: Demp het alarm door op een willekeurige knop te drukken. Vervang het reservoir onmiddellijk en hervul de pomp. Waarschuwing Als de pomp "GEEN LEVERING/RESERVOIR LEEG"...
Pagina 80
BLOKKADE Dit alarm wordt geactiveerd als de insulinepomp een verstopping of een probleem heeft, dat de insulinelevering verstoort. Oplossing: Het alarm wordt geactiveerd als de insulinepomp een blokkade vaststelt en geen insuline kan leveren. Controleer op geblokkeerde of geknikte gedeelten en vervang het reservoir of de infusieset indien noodzakelijk.
Pagina 81
➢ ALARM-bericht CONTROLE FOUT Dit alarm wordt geactiveerd als de insulinepomp vaststelt dat er mogelijk een intern signaaldefect is. SYSTEEM FOUT Dit alarm treeft op als de insulinepomp ongewoonlijke bewegingen van de besturing vaststelt. Oplossing: Verwijder bij dit type alarm de batterij om het alarmgeluid uit te schakelen. Plaats de batterij terug na 10 seconden, waarna de pomp een volledige zelftest uitvoert.
BASAAL MAX De pomp activeert automatisch een alarmgeluid als de totale basale dosis per uur de in de Profesionele Modus toegewezen basale maximale hoeveelheid bereikt. Als deze waarschuwing is geactiveerd, wordt de basale toediening tijdens dit uur beperkt. Oplossing: Demp het geluid door een willekeurige knop in te drukken. De standaard instelling is maximaal 3,3 eenheden/uur en kan worden gewijzigd door een professionele zorgverlener in de Profesionele Modus.
➢ FOUT-bericht RESERVOIR LAAG Als het reservoirvolume kleiner wordt dan de hoeveelheid 'Reservoir laag' die is geconfigureerd in de gebruikersopties, wordt dit scherm weergeven met een pieptoon of een trilling. Oplossing: De pomp schakelt naar het Startscherm; het reservoir-pictogram gaat knipperen. Controleer de actuele resterende insulinehoeveelheid in het reservoir in de pomp, vervang het reservoir en hervul de pomp indien noodzakelijk.
AFGIFTE MINDER DAN BASALE SNELHEID Als Basaal wordt overgeslagen waarbij minder dan 80% van de basaal-instelling is geleverd, wordt dit alarm gegenereerd. Oplossing: Demp het alarm door op een willekeurige knop te drukken. Tijdens het verrichten van instellingen in pompleveringsmenu's kunnen er af en toe basaalleveringen worden overgeslagen.
Waarschuwings-bericht ➢ GEMISTE BOLUS Als een bolus is gemist tijdens de ingestelde tijdsperiode geeft de insulinepomp een waarschuwing samen met een bericht. Raadpleeg 5.3 Bolus Instellingen - GEMISTE BOLUS Oplossing: Demp de waarschuwing door op een willekeurige knop te drukken. Volg de aanwijzingen en controleer of een voedsel-bolus is gemist en dien de dosis alsnog toe indien noodzakelijk.
GLUCOSE CONTROLE Dit bericht is een herinnering om de bloedglucosespiegel te controleren na een bolus. Oplossing: Demp het geluid door op een willekeurige knop te drukken en controleer de bloedglucosespiegel. Opmerking De standaard instelling is 0 uur en kan worden gewijzigd door een professionele zorgverlener in de Profesionele Modus.
➢ WAARSCHUWINGS-bericht GEEN AFGIFTE De pomp kan geen insuline leveren door een of meer oorzaken. Dit bericht wordt weergegeven op het startscherm en kan knipperen met aanvullende informatie. Oplossing: Het detailbericht knippert afwisselend. Raadpleeg de volgende oorzaken van GEEN AFGIFTE ※...
Pagina 88
Deze pagina is met opzet leeg gelaten...
8. Fouten verhelpen 8.1 Hypoglykemie(lage bloedglucosespiegel) ➢ Wat is hypoglykemie (lage bloedglucosespiegel)? Hypoglykemie treedt op als de bloedglucosespiegel laag is. Iedere insulinegebruiker moet bekend zijn met de symptomen en behandeling van hypoglykemie. De symptomen kunnen bestaan uit: Hoofdpijn en duizeligheid ⚫...
➢ Fouten verhelpen bij hypoglykemie MOGELIJKE AANBEVOLEN REACTIE OORZAAK Neem contact op met een professionele zorgverlener om Verhoogde de instellingen te wijzigen voor verhoogde lichamelijke lichamelijke activiteit. Wijzig tijdelijke basale afgiftesnelheden of activiteit verlaag maaltijdbolus voorafgaande aan activiteiten. Neem contact op met een professionele zorgverlener om Minder de basale afgiftehoeveelheden of maaltijdbolusen aan te voedselopname...
8.2 Hyperglykemie (hoge bloedglucosespiegel) ➢ Wat is hyperglykemie (hoge bloedglucosespiegel)? Hyperglykemie (hoge bloedglucosespiegel) kan optreden als gevolg van een onderbreking in de levering van insuline. Het is belangrijk om vast te stellen of er geen insulinelevering plaatsvindt, of dat de bloedglucosespiegel wellicht is verhoogd.
➢ Fouten verhelpen bij hyperglykemie MOGELIJKE AANBEVOLEN REACTIE OORZAAK Controleer het displayscherm op resterende insuline en Reservoir leeg controleer visueel het reservoir in de pomp. Vervang het reservoir indien noodzakelijk. Controleer de infusielocatie op eventuele lekkages. Insulinelekkage bij Controleer de verbinding van de infusieset met de pomp de infusielocatie, en de connector van de infusieset.
8.3 Blokkade alarm De oorzaken van blokkade alarmen kunnen verschillend zijn. De slang kan worden geblokkeerd door onbekende materialen of er kunnen andere externe factoren zijn. De verschillende oorzaken van verstoppingen worden hieronder beschreven. ➢ Werkelijke verstopping (gewoonlijk in de canule of de slang) VERSTOPPINGSOORZAKEN WAT TE DOEN Het reservoir of de infusieset worden...
➢ Verstopping als gevolg van externe factoren VERSTOPPINGSOORZAKEN WAT TE DOEN Was de verbindingsschroef in warm De verbindingsschroef is aangetast door water met milde zeep, droog de de eerdere insulinelekkages (zelden) verbindingsschroef grondig en monteer deze weer in in de pomp. Stel de verbindingsschroef in en Einde van insulinelevering.
8.4 Fouten aan de insulinepomp verhelpen PROBLEEM CORRIGERENDE HANDELING Een abnormale status van het LCD-scherm kan optreden als de batterijlading laag is. Controleer de resterende batterijlading na het leveren van een bolus. De batterijlevensduur bedraagt tussen 3-6 weken en varieert per gebruiker. Er zijn batterijen bekend die zelfs Storing van het na twee maanden nog steeds een volle batterijlading LCD-scherm...
Pagina 96
PROBLEEM CORRIGERENDE HANDELING Als u de batterij langdurig uit de pomp verwijdert, is het mogelijk dat de tijd- en datumgegevens gewist zijn. Als u het onderstaande scherm ziet bij het starten van de pomp, voer dan uw lokale tijd in. De UTC-tijd wordt automatisch veranderd in de lokale tijd en de van tevoren ingestelde tijdzone.
8.5 Fouten aan de Auto Setter verhelpen Foutcode PROBLEEM CORRIGERENDE HANDELING De waarde kan niet worden Open het menu “Hervullen” op uw overgedragen naar insulinepomp om de waarde van de Auto insulinepomp. Setter af te lezen. Het zeshoekige gedeelte van de verbindingsschroef grijpt Verleng de verbindingsschroef en plaats niet in de zeshoekige opening...
8.6 Koppelen met Auto Setter en pomp. Om de gegevens naar de DANA-insulinepomp te kunnen sturen, is het nodig dat de Auto Setter en de DANA-insulinepomp gekoppeld zijn. Volg de koppelingsprocedure. Druk in het HOOFDMENU tegelijkertijd op de drie knoppen en houd ze ingedrukt.
9. Onderhoud van het systeem Het systeem reinigen Gebruik een zachte doek om de buitenzijde van de insulinepomp schoon te vegen. Gebruik indien noodzakelijk een kleine hoeveelheid milde alcohol op een zachte doek. Organische oplosmiddelen zoals benzeen, aceton en huishoudreinigers kunnen onherstelbare schade aan de insulinepomp veroorzaken.
9.3 Het systeem opslaan Voor een veilig transport en opslag van de Diabecare DANA-i insulinepomp dient u de volgende omstandigheden te vermijden: Opslag: temperaturen lager dan -20 °C (-4 °F) of hoger dan 50 °C (122 °F). ⚫ Bedrijf: temperaturen lager dan 1 °C (34 °F) of hoger dan 40 °C (104 °F).
10.2 Infusiesets Soft- DANA Soft- Release- SuperLine Easy Release Inset Ⅱ Release-O Naald gauge- 27G/29G afmeting Naaldtype Teflon Teflon Roestvrijstaal Roestvrijstaal Teflon Insteekho 90° 15-30° 0°, 90° 90° 90° Ontkoppel Opmerking Elke type infusieset is uniek. Een professionele zorgverlener of een insulinepomptrainer geven ondersteuning bij de keuze voor de meest passende infusieset.
10.3 Voorvulvolume van infusiesets Nieuwe, ongeopende infusiesets zijn steriel; de slang is gevuld met lucht/leeg. Na het aansluiten op de insulinepomp moet de slang worden voorgevuld (vullen met insuline en ontluchten) voordat de slag wordt aangesloten op de canule of de patiënt. Hieronder worden de geschatte insulinehoeveelheden genoemd die nodig zijn voor het voorvullen van de slangen de genoemde infusiesets: Opmerking...
10.4 Leveringsnauwkeurigheid Leveringsintervallen: 4 minuten als een basale instelling niet lager is dan 0,1 u/h 60 minuten als basale afleveringsinstelling is 0,04 - 0,09 u/h Leveringsnauwkeurigheid: ± 4% Trompetcurve voor de leveringsnauwkeurigheid (0,8%) bij een basale instelling van 8 u/h (de medium-afgiftehoeveelheid)
10.5 Classificatie en naleving van normen De Diabecare DANA-i is geclassificeerd als een intern gevoed apparaat van het BF ⚫ type onder de norm IEC 60601-1 (Medisch elektrische apparaat, algemene veiligheidseisen). Volgens de norm IEC 60601-1 is het apparaat niet geschikt voor gebruik in de ⚫...
➢ Verklaring EMC-compatibiliteit De Diabecare DANA-i insulinepomp is bedoeld voor gebruik in elektromagnetische omgevingen en voldoet aan de internationale normen voor elektromagnetische compatibiliteit en die van de United States Federal Communications Commission. Basis EMC-norm of...
10.10 Uitleg van algemene symbolen Op de verpakking en het typeplaatje van het Diabecare DANA-i systeem kunt u de volgende symbolen aantreffen, waarvan de betekenis hieronder wordt verklaard: Medische apparaten Volg de gebruiksinstructies Voorzichtig. Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de bij...
Pagina 108
Gelijkstroom Afvoeren (WEEE-markering) Niet-pyrogeen Droog houden Temperatuurbereik opslag Niet gebruiken als de verpakking is beschadigd Vochtigheidsbereik opslag Beperking omgevingsluchtdruk Importeur...
• Modificaties of wijzigingen aan het systeem door de gebruiker of andere personen na de productiedatum. • Een force majeure of andere gebeurtenis buiten de controle van SOOIL of onachtzaam handelen, misbruik of verkeerd gebruik van het systeem door de gebruiker of andere personen, inclusief maar niet beperkt tot fysiek misbruik van het product zoals laten vallen of het anderszins beschadigen van het DANA Diabecare-systeem.
Pagina 112
IFU-130-NL (rev.0_220210) SOOIL DEVELOPMENT Co.,LTD...