4. STORINGZOEKEN EN OPLOSSEN
Het geautomatiseerde apparaat bewaakt continu de werking van diverse componenten en functies
door middel van algoritmes. Mocht er iets verkeerd gaan dan informeert het apparaat u met een melding
op en een akoestisch alarmsignaal vanaf het bedieningspaneel (alarmering kan worden uitgeschakeld).
Meldingen zijn onderverdeeld in kritische alarmeringen en mededelingen. Kritische alarmeringen vinden
plaats wanneer het apparaat niet kan blijven werken zonder dat de gebruiker of een bevoegde onderhoud-
stechnicus ingrijpt. Mededelingen worden gebruikt om de gebruiker te waarschuwen over mogelijke sto-
ringen of kleine afwijkingen maar ze stoppen het apparaat niet.
In geval van een melding doet u het volgende:
•
Lees de melding en noteer het op het scherm getoonde nummer ervan (bedieningspaneel, computer,
smartphone).
•
Stop de unit. Indien verwarmings-/koelingsapparaten op dat moment in bedrijf waren, dan zal na in-
drukken van de knop UIT de unit nog een paar minuten blijven werken totdat de temperatuur van de
verwarming/koeling is gestabiliseerd.
•
Zodra de unit stopt, trekt u de stekker uit de contactdoos.
•
In de 'Tabel mededelingen' vindt u per storingscode tips (zie hoofdstuk 4.1).
•
Neem zo mogelijk de oorzaak weg. Indien een storing niet kan worden opgeheven, neemt u contact op
met een erkende servicedienst.
•
Na het verhelpen van de storing moet u zich ervan overtuigen dat er geen vreemde voorwerpen, rom-
mel of gereedschap binnen de unit zijn achtergebleven. Pas daarna mag u het luik sluiten.
•
Sluit de unit aan op het elektriciteitsnet en wis alle alarmeringen uit het venster met meldingen.
•
Indien een storing niet is verholpen kan het zijn dat afhankelijk van de aard ervan de unit niet start, of
wel start en na enige tijd een alarmering toont.
•
Voordat u werkzaamheden binnen de unit verricht moet u zich ervan overtuigen dat
de unit is gestopt en niet meer op het net is aangesloten.
•
Na stoppen van de unit wacht u een paar minuten totdat de ventilatoren niet meer
draaien en de verwarmingen zijn afgekoeld voordat u het luik opent.
4.1. Tabel met meldingen
Hieronder staat een lijst met meldingen en aanbevolen acties voor het verhelpen van storingen. Deze
meldingen worden op het C6.1 bedieningspaneel, mobiele apparaat of een computer weergegeven. F staat
voor kritische alarmeringen, W voor mededelingen.
Code
Melding
F3
Temperatuur
retourwater is laag
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
DOMEKT_C8_user manual_24-06
Mogelijke oorzaak
1. Geen heet water in het
waterverwarmingssysteem.
2. Circulatiepomp werkt niet.
3. Waterregelklep of actuator werkt
niet.
4. Temperatuursensor retourwater
is defect of foutief geïnstalleerd.
Wat de gebruiker moet doen
1. Controleer of er zich heet water in het
systeem bevindt.
2. Controleer of de circulatiepomp in
werking is.
3. Controleer of er een waterregelklep
opent.
4. Controleer of een retourwatersensor is
geïnstalleerd conform de aanwijzingen
in de 'Installatiehandeiding'. Neem
contact op met uw installateur of
erkende servicedienst.
53