2. Daarnaast wordt ook .OL weergegeven bij een open circuit.
3. Plaats het zwarte testsnoer in de COM ingangsklem en het rode testsnoer in
de Ω ingangsklem.
4. Verbind voor de continuïteit, de raakpunten met het te testen snoer of
stroomcircuit (de polariteit is niet belangrijk).
5. De AVO410 zendt een signaal uit bij een continuïteit onder de 500 Ω / dan
betekent .OL zonder toon ofwel een open circuit ofwel continuïteit onder
de 500 Ω.
6. Verbind voor de diodetest de raakpunten met de diode- of de halfgeleider
junctie en noteer de af te lezen waarden.
7. Keer de polariteit van de sonde om door omschakeling van de sondepositie
en noteer de af te lezen waarden.
8. De diode of de junctie kunnen als volgt worden gemeten:
a. Geeft de ene lezing een waarde weer en de andere .OL, dan is de
diode goed.
b. Geven beide lezingen .OL weer, dan is de uitrusting een open
circuit.
c. Zijn beide weergaven heel laag of zo goed als gelijk aan nul, dan doet
zich een kortsluiting voor.
µADC METINGEN (MAX. 6000 µA)
1. Plaats de functieschakelaar op DCµA. (AUTO en DCµA verschijnen op het
scherm).
2. Plaats het zwarte testsnoer in de COM ingangsklem en het rode testsnoer in
de µA ingangsklem.
3. Schakel de stroom op het testcircuit uit en open dan het circuit op een
punt waar de stroom gemakkelijk kan worden gemeten.
4. Verbind het zwarte raakpunt met de negatieve pool van het circuit en het
rode raakpunt met de positieve pool van het circuit.
5. Sluit voorzichtig de stroom aan.
6. Lees de waarde af op het scherm.
7. Verwijder de voeding alvorens de testsnoeren los te koppen en voor het
opnieuw aansluiten van de stroom.
METING VAN DE CAPACITEIT
WAARSCHUWING: Om beschadiging van het instrument te vermijden, moe-
ten voor het testen de te testen capaciteiten uitgeschakeld worden.
1. Plaats de functieschakelaar op de positie voorzien voor meting van de
capaciteit (AUTO en nF verschijnen op het scherm).
2. Plaats het zwarte testsnoer in de COM ingangsklem en het rode testsnoer in
de capaciteit-ingangsklem.
61