NL
Functie:
2. Bedien de pomphendel [11]. (Afb. 8)
► Op de manometer [22] wordt stijgende druk aangegeven. (Afb. 8 en 9)
+
Met het vastzetwieltje [23] kan de hendel van de knijpkraan [8] worden vergrendeld
en ontgrendeld. Door het vergrendelen [23b] wordt onbedoeld sproeien voorkomen.
3. Ontgrendel het vastzetwieltje [23a] en bedien de knijpkraan [8]. (Afb. 9)
► De knijpkraan moet openen en sluiten.
Controleer het apparaat regelmatig en bij langere stilstand, bijv. tijdens een winter-
pauze.
Laat beschadigde of niet werkende onderdelen onmiddellijk vervangen door onze
serviceafdeling of door onze erkende servicepartners.
Voorbereiden
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht.
Het apparaat moet rechtop staan.
Bij vullen uit een waterleiding mag de leiding of een slang niet in het reservoir steken.
1. Schroef het deksel [19] van het reservoir af. (Afb. 6)
+
In het deksel [19] zijn maatbekers [20] geïntegreerd, die voor het mengen van sproei-
middelen kunnen worden gebruikt. Vul het reservoir voor 1/3 met water, voeg dan het
sproeimiddel toe en vul de rest met water.
2. Giet de sproeivloeistof door de vulzeef [21] in het reservoir. (Afb. 7)
+
Bij apparaten van 18 liter is de maximale vulhoeveelheid bereikt, zodra het vloeistof-
peil zichtbaar in de vulzeef staat.
3. Schroef het deksel [19] op het reservoir. (Afb. 6)
Sproeien
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht. Gebruik het apparaat
alleen rechtop staand of hangend. Voorkom wegdrijven van sproeidruppeltjes naar
niet te behandelen oppervlakken. Neem de voorschriften van de fabrikant van de
middelen in acht.
1. Plaats het apparaat op uw rug. (Afb. 8)
2. Pomp met behulp van de pomphendel [11] langzaam en regelmatig, zodat een constan-
te sproeidruk in stand wordt gehouden. (→ Tabel 2, Afb. 8)
+
Max. druk mag niet hoger zijn dan 6 bar. Wanneer de maximale druk wordt
overschreden, wordt het drukbegrenzingsventiel geactiveerd dat de overdruk uit de
drukketel laat ontsnappen.
Om nadruppelen te voorkomen moet u de sproeilans tijdens het eerste
sproeien naar boven houden en de knijpkraan net zolang bedienen tot er
geen met lucht vermengde vloeistof meer uit de sproeier komt.
3. Let op de optimale sproeidruk op de manometer [22] (Afb. 8 en 9).
Sproeier
Druk
2,0 bar
6,0 bar
Tabel 2. Afhankelijkheid: sproeihoeveelheid – sproeidruk
1.1
80015
0,56
0,48
0,96
0,85
33
8002
8004 (eerste uitrusting)
Debiet in l/min
0,65
1,13
NEDERLANDS
1,29
2,23