IX.
Fout in
ingangscircuit
X1 en/of X2
7.4 Veiligheidssensoren met functie voor seriële diagnose
Veiligheidssensoren met een kabel voor seriële diagnose bezitten een seriële ingang en uitgang in plaats van de
conventionele diagnose-uitgang. Bij de serieschakeling van RSS/CSS veiligheidssensoren worden naast de
veiligheidskanalen ook de in- en uitgangen van de diagnosekanalen in serie geschakeld.
Maximum 31 veiligheidschakelcomponenten met seriële diagnose kunnen in serie geschakeld worden. Voor de
evaluatie van de seriële diagnose wordt de PROFIBUS Gateway SD-I-DP-V0-2 of de Universal Gateway SD-I-U-...
gebruikt. Deze SD-Gateway wordt als slave in een bestaand fieldbussysteem geïntegreerd. De diagnosesignalen
kunnen op die manier via een PLC geëvalueerd worden. De nodige software voor de integratie van de SD Gateway
kan via products.schmersal.com gedownload worden.
De response- en diagnostische gegevens worden voor iedere veiligheidssensor in de keten automatisch en
permanent in een ingangsbyte van de PLC geschreven.
De oproepgegevens voor iedere veiligheidssensor worden telkens via een uitgangsbyte van de PLC aan de
component overgedragen.
Doet zich een communicatiefout tussen de SD-Gateway en de veiligheidssensor voor, dan blijft de schakeltoestand
van de veiligheidsuitgangen van de veiligheidssensor behouden.
Bit 0: vrijgave veiligheidsuitgangen
Bit 1: sensor bediend, bediensleutel geïdentificeerd
Bit 4: veiligheidsingangen onder spanning
Bit 5: sensor bediend in hysteresebereik
Bit 6: foutwaarschuwing, uitschakelvertraging geactiveerd
Bit 7: fout, veiligheidsuitgangen uitgeschakeld
Fout
Storingen waardoor de veilige werking van de veiligheidsschakelcomponent niet langer gewaarborgd is (interne
storingen), leiden tot de uitschakeling van de veiligheidsuitgangen binnen de risicotijd. De fout wordt gereset, als
de oorzaak wegvalt en bit 7 van de oproepbyte van 1 in 0 wijzigt of de deur geopend wordt. Storingen aan de
veiligheidsuitgangen worden pas na de volgende vrijgave gewist, omdat de foutoplossing niet eerder gedetecteerd
kan worden.
Foutwaarschuwing
Een storing die de veilige werking van de veiligheidsschakelcomponent niet onmiddellijk in gevaar brengt (bijv. te
hoge omgevingstemperatuur, externe potentiaal aan veiligheidsuitgang, dwarssluiting) leidt tot een vertraagde
uitschakeling. De signaalcombinatie "diagnose-uitgang uitgeschakeld" en "veiligheidsuitgangen nog altijd
ingeschakeld" kan worden gebruikt om de machine op een gecontroleerde manier te stoppen.
Bij het verdwijnen van de oorzaak wordt een foutwaarschuwing weer ingetrokken.
Als de foutwaarschuwing 30 minuten actief is, worden ook de veiligheidsuitgangen uitgeschakeld (rode LED
knippert).
Diagnose fout (waarschuwing)
Van iedere storing die in de antwoordbyte gemeld wordt, kan uitgebreide foutinformatie uitgelezen worden.
knippert
uit
(1Hz)
aan
24 V
22-25
0 V
Voorbeeld:
deur gesloten,
een deur in
het
veiligheidscirc
uit daarvoor is
geopend.