Zet de voedingskabel vast met de wartel.
Bescherm de voedingskabel buiten de apparatuur
met een metalen of stugge plastic buis.
Laat de beschadigde voedingskabel door de
fabrikant, diens servicecentrum of door een
soortgelijk gekwalificeerd personeel vervangen om
risico's te vermijden.
OP DE PANELEN DIE TOEGANG BIEDEN
TOT DELEN ONDER SPANNING IS HET
SYMBOOL "HOOGSPANNING"
AANGEBRACHT.
AANSLUITING
OP
EQUIPOTENTIAAL PUNT
- Sluit de elektrisch gevoede apparatuur aan op een
functionerende aarding. Sluit de aardgeleider aan op
de aansluitklem met het symbool
aangegeven
naast
de
inkomende lijn.
- Sluit de metalen structuur van de elektrisch gevoede
apparatuur aan op een equipotentiaal punt. Sluit de
geleider aan op de aansluitklem met het symbool
dat aan de buitenkant van de bodem is aangegeven.
AANSLUITING OP WATERNET
- Voorzie
de
apparatuur
toevoerdruk van het water moet 150 - 300 kPa
bedragen.
Gebruik
een
toevoerdruk hoger is dan de gegeven maximale druk.
- Installeer op een goed bereikbare plaats voor de
apparatuur een mechanisch filter en een kraan.
- Verwijder eventueel ijzerhoudend afval uit de
leidingen alvorens het filter en de apparatuur aan te
sluiten.
- De
niet-aangesloten
waterdichte dop afsluiten.
- Verifieer na de aansluiting of de aansluitpunten niet
lekken.
AANSLUITING OP WATERAFVOER
De afvoerleidingen moeten gemaakt zijn van
hittebestendig materiaal tot 100°C. De bodem van de
apparatuur mag niet worden geraakt door de stoom
die afkomstig is van de warm waterafvoer.
Breng een put met rooster aan in de vloer en een
sifon onder de afvoerkraan van de pannen en voor
de braadpannen.
AANPASSING OP EEN ANDER
GASTYPE
DE
AARDE
EN
dat is
aansluitklem
voor
van
drinkwater.
drukreductor
als
aansluitingen
met
een
Tabel TAB1 geeft:
de gastypen die ze voor de functionering van de
apparatuur kunnen gebruiken.
de verstuivers en de regelingen voor de verschillende
bruikbare gastypen.
Het nummer van de verstuivers gegeven in tabel
Tab1 is op de verstuiver aangebracht.
Volg de aanwijzingen van de tabel TAB1 en verricht
de onderstaande aanwijzingen om de apparatuur
aan het gewenste gastype aan te passen:
OP
Vervang de verstuiver van de hoofdbrander (UM).
Plaats de beluchter van de hoofdbrander op afstand
A.
Vervang de verstuiver van de waakvlam (UP).
Regel de lucht van de waakvlam (wanneer nodig).
de
Vervang de minimum verstuiver van de gaskraan
(Um).
Breng de sticker met het nieuwe gastype aan op de
apparatuur.
De verstuivers en de stickers worden samen met de
apparatuur geleverd.
VERVANGING VAN DE VERSTUIVER VAN DE
De
HOOFDBRANDER EN DE REGELING VAN DE
PRIMAIRE LUCHT
de
Demonteer het bedieningspaneel.
Demonteer de verstuiver UM en vervang hem door
de verstuiver beschreven in tabel TAB1.
Draai de verstuiver UM helemaal aan.
Draai de schroef V los en plaats de beluchter op de
afstand A gegeven in de tabel TAB1.
Draai de schroef V helemaal aan.
Hermonteer
demontageprocedure in omgekeerde volgorde.
VERVANGING VAN DE SCHROEF MINIMALE STAND
Demonteer het bedieningspaneel.
Demonteer de verstuiver UM en vervang hem door
de verstuiver beschreven in tabel TAB1.
Draai de verstuiver UM helemaal aan.
Hermonteer
demontageprocedure in omgekeerde volgorde.
VERVANGING VAN DE VERSTUIVER VAN DE
WAAKVLAMBRANDER
65
alle
delen.
Verricht
alle
delen.
Verricht
de
de