2
Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed werkt.
3
Zet de machine aan.
Controleer of het scherm "Wilt u draadloos instellen?" weergeeft en [Yes (Ja)] geselecteerd is. Druk op de
(Enter) knop en ga naar stap 6.
4
Druk op de knop
meerdere malen op de knop om [Setting (Opties...)] te
selecteren en druk op de
(Enter).
5
Druk op de knop
knop [Wireless(Infrastructure) Setting (Instelling
Draadloos(infrastructuur))] drukken en druk op de
6
Voer het beheerderswachtwoord in en druk vervolgens op de knop
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "999999". Als
het beheerderswachtwoord wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Het bericht "Het is niet mogelijk om de Draadloze (Ap Modus) op hetzelfde moment te
gebruiken" wordt ongeveer vijf seconden weergegeven.
7
Selecteer [Enable (Inschakelen)] en druk vervolgens op de
8
Als het voor uw omgeving nodig is om een IP-adres etc. handmatig in te
geven, drukt u op de
knop om [Network Setting (Netwerkinstelling)] te
selecteren en druk vervolgens op de
hoeft te stellen gaat u verder naar stap 12.
9
Druk op de knop
knop om [Manual (Handmatig)] te selecteren op het
[Wireless (infrastructure) settings (Draadloze (infrastructuur) instellingen)]
scherm en druk vervolgens op de
10
Volg de instructies op het scherm om het IP-adres, de subnet mask, default
gateway en DHCP v6 in te stellen.
Vraag uw provider of netwerkbeheerder over de instelwaarde.
11
Selecteer [Close (Sluiten)] wanneer de Wireless (infrastructure) instellingen
gereed zijn en druk vervolgens op de
Als u het scherm een tijdje niet aanraakt, schakelt het automatisch uit zonder op [Close (Sluiten)] te drukken.
(Enter).
(Enter).
(Enter).
(Enter). Als u deze niet handmatig in
(Enter).
(Enter).
12
Druk op de knop
op de knop om [Wireless Network Selection (Selectie van
draadloos netwerk)] te selecteren en druk op de
De machine begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Wacht enkele
ogenblikken.
13
Selecteer [Manual Setup (Handmatige set-up)] en druk vervolgens op de
(Enter).
14
Geef de SSID in die u aangegeven hebt in stap 1 en druk vervolgens op de
(Enter).
De SSID is hoofdlettergevoelig. Voer de SSID juist in
15
Selecteer de encryptiemethode die u in stap 1 geselecteerd heeft en druk
vervolgens op de
(Enter).
De versleutelingssleutel varieert afhankelijk van het draadloze LAN-toegangspunt of beveiliging.
16
De procedure hangt af van de encryptiemethode die u geselecteerd heeft in
stap 15.
Als u [WPA/WPA2-PSK (WPA/WPA2-PSK)] geselecteerd heeft, selecteert u [TKIP/AES
(TKIP/AES)] en drukt u vervolgens op de
daarna in en selecteer vervolgens [Next (Volgende)].
Als u [WPA2-PSK (WPA2-PSK)] geselecteerd heeft, selecteert u [AES (AES)] en drukt
u vervolgens op de
(Enter). Voer de vooraf gedeelde sleutel daarna in en selecteer
vervolgens [Next (Volgende)].
Als u [WEP (WEP)] geselecteerd heeft, geeft u de WEP-sleutel in en drukt u op [Next
(Volgende)].
17
Als de weergegeven waarde dezelfde is als de waarde die u maakte in stap 1,
selecteert u [Yes (Ja)] en drukt u vervolgens op de
Het duurt ongeveer 30 seconden voor de machine om het draadloze LAN toegangspunt te detecteren.
Wanneer het scherm aangeeft dat de verbinding gemaakt is selecteert u [Close
(Sluiten)] en drukt u op de
Als het scherm weergeeft dat de verbinding mislukt is, drukt u op [Close (Sluiten)] en
gaat u terug naar stap 5.
- 42 -
(Enter).
(Enter). Voer de vooraf gedeelde sleutel
(Enter).
(Enter).
2. Instellen