Oplossing: als de ontwaakfunctie ingeschakeld is, gebruikt de computer een klein beetje energie. Dit is
geen defect. Voor meer informatie gaat u naar "Spaarstanden" op pagina 28.
Problemen met stations en andere opslagapparaten
Deze sectie bevat problemen met vaste-schijfstations en met SSD-stations.
Problemen met het vaste-schijfstation
• Probleem: Het vaste-schijfstation maakt af en toe een ratelend geluid.
Oplossing: Het ratelende geluid is te horen als:
– het vaste-schijfstation begint en stopt met het lezen van gegevens
– u het vaste-schijfstation optilt
– u de computer optilt
Dit is een normale eigenschap van het vaste-schijfstation en geen defect.
• Probleem: Het vaste-schijfstation werkt niet.
Oplossing: In het menu Boot van de ThinkPad Setup controleert u of het vaste-schijfstation in de lijst
Boot priority order wordt weergegeven. Staat het station in de lijst Excluded from boot order, dan is
het uitgeschakeld. Selecteer het station op de lijst en druk op de toets Shift+1. Hierdoor wordt het naar
de lijst Boot priority order verplaatst.
• Probleem: Nadat u een vaste-schijfwachtwoord voor het vaste-schijfstation van de computer hebt
ingesteld, hebt u dat station in een andere computer geïnstalleerd. Nu krijgt u met het wachtwoord geen
toegang meer tot het station.
Oplossing: Uw computer werkt met een geavanceerd wachtwoordalgoritme. Oudere computers kunnen
vaak niet met een dergelijke beveiligingsfunctie overweg.
Problemen met het SSD-station
Probleem: Wanneer u met behulp van de compressiefunctie van Windows bestanden of mappen
comprimeert en deze vervolgens weer decomprimeert, verloopt het lezen of schrijven van die bestanden of
mappen bijzonder traag.
Oplossing: Gebruik het programma Schijfdefragmentatie van Windows, zodat u sneller toegang krijgt
tot de gegevens.
Een softwareprobleem
Probleem: Een bepaald softwareprogramma werkt niet goed.
Oplossing: controleer of het probleem niet wordt veroorzaakt door het programma.
Controleer of in de computer de minimale hoeveelheid geheugen is geïnstalleerd om het programma uit te
voeren. Controleer dit aan de hand van de bij het programma geleverde handleidingen.
Controleer of:
• het programma geschikt is voor gebruik onder uw besturingssysteem.
• andere programma's wel goed werken op de computer.
• de vereiste stuurprogramma's zijn geïnstalleerd.
• het programma wel goed werkt op een andere computer.
.
Hoofdstuk 10
Computerproblemen oplossen
119