NL
Wel en niet doen
Wel - Reinig en ontdooi uw koelkast
regelmatig.
Wel - Rauw vlees en gevogelte bewaren
onder klaargemaakte etenswaren en
zuivelproducten.
Wel - Bewaar etenswaren zo kort mogelijk en
houdt u aan de vervaldatums.
Wel - Onbruikbare bladeren van groenten
verwijderen en eventuele aarde er
afwrijven.
Wel - Laat sla, kool, peterselie en bloemkool
op hun stengel.
Wel - Pak kaas eerst in vetvrij papier in en
vervolgens in een plastic zakje. Probeer
zo veel mogelijk lucht buiten te sluiten.
Voor het beste resultaat neemt u de kaas
een uur voor de maaltijd uit de koelkast.
Wel - Pak rauw vlees en gevogelte los in
plastic of aluminiumfolie in. Dit voorkomt
uitdroging.
Wel - Pak vis en restafval in plastic zakjes in.
Wel - Pak etenswaren met een sterke geur of
etenswaren die kunnen uitdrogen in
plastic zakjes of aluminiumfolie in of
plaats ze in een luchtdichte bak.
Wel - Pak brood goed in, zodat het vers blijft.
Wel - Koel witte wijn, bier, pils en
mineraalwater alvorens op te dienen.
Niet- Bananen bewaren in het
koelkastgedeelte.
Niet- Meloen bewaren in uw koelkast. De
meloen kan voor korte perioden worden
afgekoeld, zolang hij is ingepakt en niet
de smaak van andere etenswaren kan
bederven.
Niet- De deur openlaten gedurende langere
periodes gezien dit het toestel
kostelijker zal maken. Het toestel werd
enkel ontworpen voor het bewaren van
eetbare producten.
Niet- De schappen bedekken met
beschermend materiaal. Dit zou de
luchtcirculatie kunnen hinderen.
Niet- Giftige of gevaarlijke bestanddelen in uw
koelkast bewaren. Het toestel werd
namelijk enkel ontworpen voor het
bewaren van eetbare producten.
Niet- Etenswaren consumeren die overdreven
lang in de koelkast hebben gestaan.
Niet- Klaargemaakte en verse etenswaren
samen in dezelfde bak bewaren. Zij
moeten afzonderlijk worden ingepakt en
bewaard.
Niet- Ontdooiende etenswaren of sappen van
etenswaren op andere etenswaren laten
druppelen.
Informatie over de functiegeluiden
Om de geselecteerde temperatuur constant te
houden, schakelt uw toestel nu en dan de
compressor AAN.
De resulterende geluiden zijn normaal.
Van zodra het toestel de gewenste
temperatuur heeft bereikt, zullen de geluiden
automatisch minder luid worden.
Het zoemende geluid wordt voortgebracht
door de motor (compressor). Wanneer de
motor wordt AAN geschakeld, kan het geluid
even luider worden.
Het bubbelende, gorgelende of gonzende
geluid wordt voortgebracht door de
koelvloeistof, wanneer ze door de pijpen
stroomt.
28
Gebruiksaanwijzing