BESCHRIJVING TOETSEN INDICATIES
Op het frontpaneel van de interface zijn de volgende toetsen en indicaties aanwezig:
(Zie hiervoor ook de afbeelding van de interface op de volgende pagina)
PROGRAM
STAND-BY / IN USE
POWER
ON / OFF
DE AANSLUITINGEN
Aansluitingen van links naar rechts (zie afbeelding op de volgende pagina):
ADAPTER
:Aansluiting voor de meegeleverde 12VDC adapter.
PROG.TST
:Aansluitconnector voor programmeertoestel (TDK).
DP1
:Aansluiting deurtelefoon 1 (let op de polariteit!).
DP2
:Aansluiting deurtelefoon 2 (let op de polariteit!).
DP3
:Aansluiting deurtelefoon 3 (let op de polariteit!).
DP4
:Aansluiting deurtelefoon 4 (let op de polariteit!).
LAN
:Netwerk aansluiting t.b.v. SIP server.
DO1
:Deuropener contact 1, maakcontact.
DO2
:Deuropener contact 2, maakcontact.
DO3
:Deuropener contact 3, maakcontact.
DO4
:Deuropener contact 4, maakcontact.
Indicatielampje gaat aan als de interface in de programmeermode staat, en
knippert als de hoorn van het programmeertoestel genomen is.
Indicatielampje is continu aan als de interface STAND-BY staat. Indicatielampje
knippert tijdens een belprocedure.
Lampje is lang aan / kort uit tijdens aanmelden op SIP server
Indicatielampje is continu aan als er 220 V aanwezig is.
Drukknop om de interface STAND-BY , UIT of in de programmeermode te
schakelen.