Nummerreeksen:
Nummerreeks 1
8 1 * |_|_|_|_|_|_|_|_| # Dagstand nummerreeks t.b.v. deurtelefoon 1
Nummerreeks 2
8 2 * |_|_|_|_|_|_|_|_| # Dagstand nummerreeks t.b.v. deurtelefoon 2
Nummerreeks 3
8 3 * |_|_|_|_|_|_|_|_| # Dagstand nummerreeks t.b.v. deurtelefoon 3
Nummerreeks 4
8 4 * |_|_|_|_|_|_|_|_| # Dagstand nummerreeks t.b.v. deurtelefoon 4
Nummerreeks 5
8 5 * |_|_|_|_|_|_|_|_| # Nachtstand nummerreeks t.b.v. deurtelefoon 1
Nummerreeks 6
8 6 * |_|_|_|_|_|_|_|_| # Nachtstand nummerreeks t.b.v. deurtelefoon 2
Nummerreeks 7
8 7 * |_|_|_|_|_|_|_|_| # Nachtstand nummerreeks t.b.v. deurtelefoon 3
Nummerreeks 8
8 8 * |_|_|_|_|_|_|_|_| # Nachtstand nummerreeks t.b.v. deurtelefoon 4
Service opties:
Spraakdetectie
6 1 * |_| #
Bezettoondetectie 6 2 * |_| #
Kiestoondetectie
6 3 * |_| #
CPC detectie
6 4 * |_| #
ASN versie
6 5 * |_| #
2x2DK versie
6 6 * |_| #
AKT functie
6 7 * |_| #
1DP versie
6 8 * |_| #
4DK versie
6 9 * |_| #
Aantal Bezettonen 6 0 * |_| #
Voicemail optie
De voicemail optie kan aangezet en gedefinieerd worden per telefoonnummer. Programmeer hiervoor een *
voor het laatste #.
Bijvoorbeeld:
Telefoonnummer 1
Toonsignalen tijdens programmeren:
■
1 korte hoge toon
■
2 lange hoge tonen
■
1 lange lage toon
■
2 korte hoge tonen
Interface Type 6-SIP gebruiksaanwijzing
Accept call by DTMF
1 1 * |_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_|_| * #
=
bevestiging van toetsdruk
=
juiste programmering
=
onjuiste programmering
=
herstel toets ( #)
Let op: Service Pincode vereist (zie pagina 13)
0 = uit, 1 = aan.
Verzorgt het afschakelen op bezettonen. 0 = uit, 1 = aan.
Verzorgt het afschakelen op kiestoon. 0 = uit, 1 = aan.
Verzorgt het afschakelen op een CPC. 0 = uit, 1 = aan.
Na het kiezen van het nummer is er direct een verbinding. Bij deze
functie is de nummerreeks uitgeschakeld. Alleen het eerste nummer
wordt gebeld. 0 = uit, 1 = aan.
Noodzakelijke instelling indien er twee deurtelefoons met 2
drukknoppen worden aangesloten. 0 = uit, 1 = aan.
Mogelijkheid om na het gekozen nummer een extra digit mee te
sturen om een aankloptoon van de centrale te activeren.
0 = uit, 1 = aan.
Geen deurtelefoonnummer meer invoeren bij terugbellen naar de
interface. 0 = uit, 1 = aan.
Noodzakelijke instelling indien er een deurtelefoon met 4
drukknoppen wordt aangesloten. 0 = uit, 1 = aan.
Aantal bezettonen voordat er wordt verbroken of de nummerreeks
wordt hervat.
19