9. De menufuncties gebruiken
[HDR]
Toepasbare modi:
U kunt 3 beelden met verschillende niveaus van belichting in een enkel beeld combineren
met rijke schakeringen.
U kunt het verlies aan gradatie minimaliseren in heldere en donkere zones, wanneer het
contrast tussen de achtergrond en het onderwerp bijvoorbeeld groot is.
Een door HDR gecombineerd beeld wordt in JPEG opgenomen.
>
[Opname] > [HDR]
MENU
Instellingen: [ON]/[OFF]/[SET]
Instellingen veranderen
∫
[Dynamisch bereik]
[Auto uitlijnen]
• Beweeg het toestel niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is.
• U kunt de volgende foto niet nemen, zolang de combinatie van beelden niet compleet is.
• Een bewegend onderwerp kan met onnatuurlijke wazigheid opgenomen worden.
• De gezichtshoek wordt een beetje smaller als [Auto uitlijnen] op [ON] gezet is.
• De flitser staat vast op [Œ] (flitser geforceerd uit).
In deze gevallen niet beschikbaar:
• [HDR] werkt niet voor de foto's die tijdens het opnemen van een film gemaakt zijn.
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Bij 6K/4K-foto-opnames
– Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
– Wanneer in de burst-modus opgenomen wordt
– Tijdens opname met de Bracket-functie
– Wanneer [Kwaliteit] ingesteld is op [
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
– Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen als [Automatische opname] ingesteld is)
[AUTO]: Stelt automatisch het bereik van de belichting in op grond
van de verschillen tussen heldere en donkere zones.
[n1 EV]/[n2 EV]/[n3 EV]:
Stelt de belichting in binnen de geselecteerde parameters
van de belichting.
[ON]:
Corrigeert automatisch het schudden (bibberen) van de
camera en andere problemen die ervoor kunnen zorgen
dat de beelden niet uitgelijnd worden.
Wordt aanbevolen wanneer de camera tijdens het
opnemen in de hand gehouden wordt.
[OFF]:
Niet bijgestelde ontregelde uitlijning van het beeld.
Aanbevolen wanneer een statief gebruikt wordt.
], [
219
] of [
]