■ Instelling werkingsindicator wijzigen
Timing voor het veranderen van kleur indicatorlicht naar groen (geelgroen) kan gewijzigd
worden.
Opmerking Timing voor het veranderen van kleur indicatorlicht naar rood (oranje) kan niet
gewijzigd worden. (Het rode lampje licht alleen op in het geval van een
foutmelding.)
■ Bovengrens instelling heetwatertemperatuur wijzigen
Als de bovengrenswaarde voor de heetwateropslagtemperatuur gewijzigd wordt, kan het
instellingsbereik voor heetwateropslagtemperatuur gewijzigd worden.
Voorbeeld
Als u de bovengrenswaarde wijzigt naar 80°C, kunt u een bereik van 60 – 80°C
instellen.
■ Aanvangsinstellingsbereik: 60 - 90℃
1
.
Bij het aantikken van [Instelling lamp] in het
[Instellingen beheerder]-menuscherm, wordt het
[Instelling lamp]-menuscherm weergegeven.
Standaard ...
AAN wanneer warmtepomp in bedrijf is
Instelling1 ... Aan wanneer de procedure
geselecteerd wordt door de
Opmerking
AAN ook tijdens stand-by en
uitgeschakelde dag.
1
Tik het [Bovengrens instelling heetwatertemperatuur]
.
aan in het [Instellingen beheerder]-menuscherm.
2
. A ls verschillende warmtepompen aan de
afstandsbediening gekoppeld zijn, wordt de lijst van
warmtepompen (Adres Nr.) weergegeven.
Tik het in te stellen [Warmtepompunit nr.] aan.
Tot 8 apparaten worden op het [Selecteer
warmtepompunit]-scherm weergegeven. Als er 9 of
meer apparaten verbonden zijn, zullen het 9e en
volgende apparaten weergegeven worden door
Volgende -knop aan te tikken.
−68−
Aan/Pauze -knop in te drukken.