7 Periodieke Controles
Zoals reeds werd vermeld voert de INNOVA 2000 tijdens het opstarten een aantal interne tests uit. Tevens wordt
gecontroleerd of de tester een periodieke controle moet ondergaan omtrent de lekdichtheid van het flowsysteem, de
stoorgassen in de omgeving oldoen aan het gewenste niveau en of de tester opnieuw gekalibreerd moet worden.
De lektest
Eenmaal per week wordt er automatisch een lektest uitgevoerd. Tijdens de lektest wordt gecontroleerd of de
lekdichtheid van het flowsysteem voldoet aan de gestelde eisen.
Volg de aanwijzingen op het beeldscherm op. Er wordt van U verlangd dat U de rubber lektest adapter aansluit op
de opnamesonde. Hierdoor ontstaat een gesloten gaskring, die kan worden getest op lekdichtheid. Na het activeren
van de test wordt de gaskring vacuüm gepompt er wordt er gecontroleerd hoe hoog het drukverloop is. Wordt de
test positief afgerond dan kunt U hierna een emissie meting uitvoeren. Wordt de lektest niet positief afgerond, dan
worden beide emissie metingen geblokkeerd. U zult in dit geval opnieuw een lektest moeten uitvoeren en deze met
positief resultaat moeten afronden.
De HC residu test
Voor elke uitlaatgasmeting wordt er automatisch een HC-residu test uitgevoerd. Tijdens deze test wordt bepaald
hoe hoog de concentratie HC (koolwaterstoffen) in de omgevingslucht is. Wettelijk mag deze waarde niet hoger zijn
dan 20 ppm vol. Is dit echter wel het geval, dan wordt de emissie meting geblokkeerd. U zult in dit geval de test
opnieuw moeten uitvoeren en deze met positief resultaat moeten afronden Hoofdmenu -> Benzinemenu ->
Systeemdiagnose -> HC-residu test. Tijdens de HC-residu test wordt de omgevingslucht aangezogen door de
opnameslang en opnamesonde. Zorg er dus voor dat de sonde 'vrij' ligt en bijvoorbeeld niet in de directe omgeving
van koolwaterstoffen, olieproducten etc. daar dit de HC-meting ernstig beïnvloedt. Laat tijdens deze test dus ook
nooit de opnamesonde in de uitlaat zitten!
Gaskalibratie
Eenmaal per 12 maanden moet de INNOVA 2000 met gecertificeerd kalibratiegas worden gekalibreerd om de
meetnauwkeurigheid te kunnen garanderen. De kalibratie kan alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel van de kalibratiedienst van uw leverancier.
Het apparaat houdt automatisch bij wanneer uw tester voor het laatst gekalibreerd is en wanneer er een nieuwe
kalibratie moet worden uitgevoerd. Hiervan wordt melding gemaakt na het opstarten. Gedurende de laatste 14
dagen van de kalibratiete-interval wordt tevens expliciet vermeld in het opstartscherm binnen hoeveel dagen de
tester gekalibreerd moet worden. Houdt dit in de gaten.
Wordt de kalibratiete-interval (12 maanden) overschreden, dan kunnen er geen verdere uitlaatgasmetingen meer
worden uitgevoerd (geblokkeerd). Er zal eerst opnieuw gekalibreerd moeten worden.
Test Equipment Nederland B.V. (C)
Pagina 12
Versie 5.00 Augustus 2008