Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelligen Voor Wi-Fi-Oproepen; Connectiviteit; Draadloze Bluetooth-Technologie - Nokia 6301 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Instelligen voor Wi-Fi-oproepen

Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Wi-Fi > Instell. Wi-Fi-oproep
en maak een keuze uit de volgende opties:
● Configuratie — om een UMA-configuratie te selecteren
● Account — om te selecteren welke UMA-account u wilt gebruiken

Connectiviteit

De telefoon biedt verschillende functies om op andere apparaten te worden
aangesloten en gegevens uit te wisselen.

Draadloze Bluetooth-technologie

Met behulp van Bluetooth-technologie kunt u de telefoon via radiogolven verbinden
met een compatibel Bluetooth-apparaat binnen een afstand van tien meter.
Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR die de volgende profielen
ondersteunt: generic access, network access, generic object exchange, advanced audio
distribution, audio video remote control, hands-free, headset, object push, file transfer,
dial-up networking, SIM access en serial port. Gebruik door Nokia goedgekeurde
toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere
apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van
andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie.
Raadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie, vergt dit extra batterijcapaciteit
en neemt de levensduur van de batterij af.
Een Bluetooth-verbinding instellen
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth en voer de volgende
stappen uit:
1. Selecteer Naam telefoon en voer de naam van uw telefoon in.
2. Selecteer Bluetooth > Aan om de Bluetooth-verbinding te activeren.
dat Bluetooth is geactiveerd.
3. Als u de telefoon wilt aansluiten op een audiovoorziening, selecteert u Zoeken nr
audiotoeb. en het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken.
4. Als u de telefoon wilt aansluiten op een Bluetooth-apparaat binnen het bereik,
selecteert u Gekopp. apparaten > Nieuw.
Selecteer een apparaat en Koppel.
Typ een wachtwoord (maximaal 16 tekens) op de telefoon en geef toestemming
voor de verbinding op het andere Bluetooth-apparaat.
Als u zich zorgen maakt om de beveiliging, schakelt u Bluetooth uit, of stelt u Waarnmb.
telefoon in op Verborgen. Accepteer uitsluitend Bluetooth-communicatie van
personen die u vertrouwt.
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
I n s t e l l i n g e n
geeft aan
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave