• Gebruik de navigatietoetsen [▼] (9) / [▲] (10) om door het menu te navigeren.
• Bevestig uw keuze door op [OK] (11) te drukken.
9.1.1 Resolutie
Selecteer de gewenste resolutie (1080P 1440X1080 / 720P 1280X720 / WVGA 848X480) van het
opgenomen videomateriaal.
• Navigeer naar de menukeuze [Resolution] en bevestig uw keuze door op [OK] (11) te drukken. Er
wordt een nieuw overzichtsvenster geopend.
• Selecteer met behulp van de navigatietoetsen [▼] (9) / [▲] (10) de gewenste instelling.
• Bevestig uw keuze door op [OK] (11) te drukken.
9.1.2 Lus-functie
• Selecteer het tijdsinterval (1/2/3/5 minutes), waarna een nieuwe video-opname moet worden
gestart.
• Selecteer [Off] om deze functie uit te schakelen. Er wordt nu slechts één bestand aangemaakt.
• Navigeer naar de menukeuze [Loop] en bevestig uw keuze door op [OK] (11) te drukken. Er wordt
een nieuw overzichtsvenster geopend.
• Selecteer met behulp van de navigatietoetsen [▼] (9) / [▲] (10) de gewenste instelling.
• Bevestig uw keuze door op [OK] (11) te drukken.
• Op de videodisplay wordt
9.1.3 Contrast
Verhoog de kwaliteit van de video-opname door het contrast aan te passen (-2 t/m +2).
• Navigeer naar de menukeuze [Contrast] en bevestig uw keuze door op [OK] (11) te drukken. Er
wordt een nieuw overzichtsvenster geopend.
• Selecteer met behulp van de navigatietoetsen [▼] (9) / [▲] (10) de gewenste instelling.
• Bevestig uw keuze door op [OK] (11) te drukken.
• Op de videodisplay wordt
9.1.4 Bewegingsdetectie
Als de bewegingsdetectie is geactiveerd, wordt de video-opname automatisch gestart wanneer de
camera een schok krijgt (bijv. bij een ongeval).
• Navigeer naar de menukeuze [Motion] en bevestig uw keuze door op [OK] (11) te drukken. Er
wordt een nieuw overzichtsvenster geopend.
• Selecteer met behulp van de navigatietoetsen [▼] (9) / [▲] (10) de gewenste instelling.
• Bevestig uw keuze door op [OK] (11) te drukken.
• Op de videodisplay wordt
weergegeven.
weergegeven.
weergegeven.
65