stoffen.
23. ENKEL ORIGINELE VERVANGSTUKKEN GEBRUIKEN Het
gebruik van niet originele vervangstukken doet de garantie vervallen
en veroorzaakt een slechte werking van de compressor. De originele
vervangstukken zijn beschikbaar bij de geautoriseerde dealers.
24. DE COMPRESSOR NIET VERANDEREN De compressor niet
veranderen. Een geautoriseerde assistentiedienst raadplegen voor
alle herstellingen. Een niet geautoriseerde verandering kan de pre-
staties van de compressor verminderen, maar kan ook de oorzaak
zijn van ernstige ongelukken voor de personen die niet de nodige
technische kennis bezitten om de veranderingen uit te voeren.
25. DE DRUKREGELAAR AFZETTEN ALS DE COMPRESSOR
NIET GEBRUIKT WORDT Als de compressor niet gebruikt wordt, de
hendel van de drukregelaar in stand "0" (OFF) zetten, de compressor
ontkoppelen van de stroom en het kraantje van de lijn openen om de
samengeperste lucht uit de tank te laten.
26. DE WARME DELEN VAN DE COMPRESSOR NIET AANRA-
KEN
Om brandwonden te vermijden, de buizen, de motor en alle andere
warme delen niet aanraken.
27. DE LUCHTSTRAAL NIET RECHTSTREEKS OP HET LICHA-
AM RICHTEN Om risico's te vermijden nooit de luchtstraal op perso-
nen of dieren richten.
28. CONDENSWATER VAN DE TANK AFVOEREN Dagelijks of
elke 4 werkingsuren de tank ontladen. Het afvoermechanisme ope-
nen en de compressor laten overhellen, indien nodig, om het verza-
melde water te verwijderen.
29. DE COMPRESSOR NIET STILZETTEN DOOR AAN DE VOE-
DINGSKABEL TE TREKKEN
De schakelaar "0/I" (ON/OFF) van de drukregelaar gebruiken om
de compressor stil te zetten.
30. PNEUMATISCH CIRCUIT
De aangeraden buizen, pneumatisch gereedschap gebruiken die
een druk hoger of gelijk aan de maximum werkingsdruk van de com-
pressor verdragen.
1.3 NUTTIGE RAADGEVINGEN VOOR EEN GOEDE WERKING
• Voor een goede werking van de machine met een volledige voor-
tdurende lading bij maximum werkingsdruk, zich ervan vergewissen
dat de temperatuur van de werkingsomgeving in gesloten omgeving
niet hoger is dan +25°C.
• Men raadt aan de compressor te gebruiken met een maximum wer-
king van 30% in ÈÈn uur met volle lading, dit om een goede werking
van het product in de tijd toe te staan.
• De elektrocompressoren op wielen, met vermogen van minstens
3Hp, zijn bedoeld om binnen te gebruiken
1.4 INSTRUCTIES VOOR DE AARDING
Deze compressor moet geaard worden, terwijl hij in gebruik is, om
de bediener te beschermen tegen elektrische schokken.
De èènfase-compressor is voorzien van een tweepolige kabel plus
aarde.
De driefase-compressor is voorzien van een elektrische kabel zon-
der stekker. De elektrische verbinding moet uitgevoerd worden door
Nooit vergeten dat de draad voor de aarding de groene of de geel/
groene is. Nooit deze groene draad verbinden met een terminal in
ding laten controleren.
1.5 VERLENGSNOER
Enkel een verlengsnoer met stekker en aarding gebruiken, nooit
beschadigde of platgedrukte verlengsnoeren gebruiken. Zich ervan
vergewissen dat het verlengsnoer in goede staat is.
Als men een verlengkabel gebruikt zich ervan vergewissen dat de
doormeter van de kabel voldoende is om de stroom geabsorbeerd
door het product dat u zal verbinden te dragen.
Een te dun verlengsnoer kan spanningsverlagingen veroorzaken
en zodoende een verlies van kracht en een overdreven verhitting
van het apparaat. De verlengkabel van de compressoren moet
een doormeter hebben overeenkomstig zijn lengte, zie tabel (tab.A -
pag.5).
WAARSCHUWINGEN Alle risico's op elektrische ontladingen ver-
mijden. De compressor nooit gebruiken met een beschadigde elektri-
sche kabel of verlengsnoer. Regelmatig de elektrische kabels con-
troleren. De compressor nooit gebruiken in of dichtbij water of in de
nabijheid van een gevaarlijke omgeving waar elektrische ontladingen
kunnen voorkomen.
2. GEBRUIK EN INSTALLATIE
De informatie die u in dit handboek vindt werd geschreven om de
bediener bij te staan tijdens het gebruik en de onderhoudsbehan-
delingen van de compressor. Sommige illustraties van dit handboek
tonen enkele details die kunnen verschillen van die van uw compres-
sor.
WIJ BEHOUDEN HET RECHT EENDER WELKE VERANDERING
AAN TE BRENGEN, ZONDER VOORAFGAAND BERICHT, WAAR
NODIG.
2.1 INSTALLATIE
te hebben gecontroleerd, en zich ervan vergewist te hebben dat hij
geen schade heeft geleden tijdens het transport, de volgende hande-
lingen uitvoeren.
• De wielen en het rubberen dopje op de tanken monteren als ze nog
• Bij wielen met banden die kunnen worden opgepompt, dient u er-
voor te zorgen dat de druk maximaal 1,6 bar (24 psi) bedraagt.
• De compressor op een vlak oppervlak zetten, in een goed verluchte
plaats, beschermd tegen atmosferische factoren en in niet-explosie-
ve omgevingen.
EROP LETTEN DAT DE COMPRESSOR OP DE JUISTE MANIER
VERVOERD WORDT, HEM NIET ONDERSTEBOVEN KEREN EN
NIET OPHEFFEN MET HAKEN OF TOUWEN (FIG. 4-5)
• Als het op een vlak oppervlak staat, wordt het gekanteld, controleer
of de compressor niet beweegt, blokkeer indien nodig de wielen met
voldoende middelen. Als de steun op een plank of op de plank van
een plank wordt geplaatst, moet u ervoor zorgen dat de ondersteu-
ning het gewicht kan dragen en niet kan vallen en goed kan worden
bevestigd.
• Om een goede verluchting en een doeltreffende afkoeling te beko-
men is het belangrijk dat de kettingbeschermer van de compressor
•
2.2 ELEKTRISCHE VERBINDING
De èènfase-compressoren worden geleverd voorzien van elektri-
sche kabel en tweepolige stekker + aarding. Het is belangrijk de
compressor aan te sluiten op een stopcontact voorzien van aarding.
De elektrocompressoren moeten verbonden zijn met een stopcon-
tact beschermd met een aangepaste gedifferentieerde schakelaar.
2.3 OPSTARTEN
Controleren of de netspanning overeenstemt met die aangeduid op
-
moet binnen de 5% liggen.
starten door de hendel van de drukregelaar in stand "I - ON" te bren-
gen
De werking van de compressor is volledig automatisch, bevolen
door de drukregelaar die hem stilzet wanneer de druk in de tank de
maximum waarde bereikt en die hem terug doet starten als de druk
naar het minimum niveau zakt. Normalerwijze is het verschil in druk
ongeveer 2 bar (29 psi) tussen de maximum en de minimum waarde.
Vb: de compressor stopt als hij 8 bar (116 psi) bereikt (max. wer-
kingsdruk) en start automatisch als de druk binnenin de tank gedaald
is tot 6 bar (87 psi).
34
-