Gebruikershandleiding
Informatie over het organiseren van toepassingen
Toepassingspictogrammen kunnen worden weergegeven in het beginscherm of in een map in het beginscherm. Druk op de menutoets als u
meer toepassingen wilt weergeven.
U kunt toepassingspictogrammen herschikken om te veranderen welke pictogrammen het eerst in het beginscherm worden weergegeven. U
kunt ook mappen maken en verwijderen, de weergave van gemaakte mappen aanpassen en toepassingspictogrammen in mappen plaatsen
en uit mappen verwijderen.
Een toepassingsmap toevoegen
1.
Druk in het beginscherm op de menutoets.
2. Klik op Map toevoegen.
3. Typ een naam voor de map.
4. Klik op Toevoegen.
Een toepassingsmap wijzigen
U kunt alleen de namen wijzigen van toepassingsmappen die u zelf hebt gemaakt.
1.
Markeer in het beginscherm een toepassingsmap.
2. Druk op de menutoets.
3. Klik op Map bewerken.
4. Verander de mapgegevens.
5. Klik op Opslaan.
Een toepassingspictogram verplaatsen
1.
Markeer in het beginscherm of in een toepassingsmap een pictogram voor een toepassing.
2. Druk op de menutoets.
3. Voer een van de volgende acties uit:
• Klik op Verplaatsen om het toepassingspictogram naar een andere locatie in het beginscherm te verplaatsen. Schuif met uw vinger
naar de nieuwe locatie op het trackpad. Klik met het trackpad.
• Als u het toepassingspictogram wilt verplaatsen naar een toepassingsmap, klikt u op Verplaatsen naar map. Klik op een
toepassingsmap.
• Als u het toepassingspictogram wilt verplaatsen uit een toepassingsmap, klikt u op Verplaatsen naar map. Klik op Begin of op een
toepassingsmap.
Een toepassingspictogram verbergen
Afhankelijk van uw thema kunt u bepaalde toepassingspictogrammen mogelijk niet verbergen.
1.
Markeer in het beginscherm een pictogram voor een toepassing.
2. Druk op de menutoets.
3. Klik op Verbergen.
Weergave en toetsenbord
201