specificaties
1)
For type of fuse see hoofdstuk 8.8 Zekeringen en circuitbreakers.
2)
American Wire Gauge.
3)
Measured using 5 m screened motor cables at rated load and rated frequency.
4)
The typical power loss is at normal load conditions and expected to be within
conditions).
De waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement. Motoren met lager rendement zullen ook bijdragen aan het vermogensverlies in de
frequentieomvormer en omgekeerd.
Als de schakelfrequentie wordt verhoogd vanaf nominaal kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen.
Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Extra opties en belasting van de installatie kunnen
de verliezen met nog eens 30 W verhogen. (Typisch geldt echter slechts 4 W extra voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties
voor sleuf A of B).
Hoewel de metingen zijn uitgevoerd met moderne apparatuur moet rekening worden gehouden met enige onnauwkeurigheid in de meting
± 5%).
(
5)
De drie waarden voor de maximale kabeldoorsnede gelden respectievelijk voor eenaderige kabel, buigzame kabel en buigzame kabel met
kabelmof. Motor- en netkabel: 300 MCM/150 mm².
6)
A2+A3 kunnen met behulp van een conversieset worden geconverteerd naar IP 21. Zie ook Mechanische installatie en P21/Type 1-behuizingsset
in de Design Guide.
7)
B3+B4 en C3+C4 kunnen met behulp van een conversieset worden geconverteerd naar IP 21. Zie ook Mechanische installatie en IP 21/Type 1-
behuizingsset in de Design Guide.
8.2 Netvoeding
Netvoeding
Voedingsklemmen
Netspanning
Netspanning
Netspanning
Netspanning laag/netstoring:
Bij een lage netspanning of uitval van de netvoeding blijft de frequentieomvormer in bedrijf totdat de tussenkringspanning daalt
tot onder het minimale stopniveau. Dit ligt gewoonlijk 15% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieom-
vormer. Bij een netspanning van meer dan 10% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieomvormer zijn
inschakeling en een volledig koppel waarschijnlijk niet mogelijk.
Netfrequentie
Max. tijdelijke onbalans tussen netfasen
Werkelijke arbeidsfactor (λ)
Verschuivingsfactor (cos ϕ)
Schakelen aan de netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) ≤ 7,5 kW
Schakelen aan netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) 11-75 kW
Schakelen aan netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) ≥ 90 kW
Omgeving volgens EN 60664-1
De eenheid is geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100.000 A
MG16E310
Bedieningshandleiding
± 15% (tolerance relates to variety in voltage and cable
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-10 Alle rechten voorbehouden.
3,0% van de nominale netspanning
≥ 0,9 nominaal bij nominale belasting
dicht bij eenheid (> 0,98)
overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2
symmetrisch en 240/500/600/690 V kan leveren.
rms
8
L1, L2, L3
200-240 V ± 10%
380-480 V ± 10%
525-600 V ± 10%
50/60 Hz ± 5%
maximaal 2 keer/min
maximaal 1 keer/min
maximaal 1 keer/2 min
55
8